2.3 Keizers en gladiatoren
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Romeinse rijk
Slide 2 - Sleepvraag
Hoe heet de periode van de romeinen
A
tijd van mars
B
oudheid
C
tijd van ridders en kastelen
D
tijdvlak van rijn
Slide 3 - Quizvraag
wat is het Romeinse rijk?
A
Alle landen waar de Romeinen de baas waren.
B
Dat Romeinse soldaten heel rijk waren.
C
Alle Romeinse goden bij elkaar.
Slide 4 - Quizvraag
Wie was het belangrijkste en wie het onbelangrijkste in de Romeinse samenleving?
1
2
3
Keizer
Slaven
Romeinse burger
Slide 5 - Sleepvraag
Waar of niet waar?
In de Romeinse samenleving was er weinig verschil tussen arm en rijk
In de Romeinse samenleving was er weinig verschil tussen arm en rijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Welke verschillen waren er tussen arm en rijk in het Romeinse Rijk?
Wat voor soort vraag is dit?
Wat voor soort vraag is dit?
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Vergelijkende vraag
D
Waarderende vraag
Slide 7 - Quizvraag
In de Romeinse samenleving waren sommige vrije mensen zelfs armer dan slaven.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat was de laagste laag in de Romeinse samenleving?
A
De vrije boeren
B
De nobiles
C
De proletariërs
D
De slaven
Slide 9 - Quizvraag
Senatoren
Weinig of geen bezittingen
Grootgrond-bezitters
Villa
Insula (Flatgebouw)
Rijke Romeinen
Arme Romeinen
Gladiatoren
Kleine bovenlaag van de samenleving
Grootste gedeelte van de samenleving
Slide 10 - Sleepvraag
De Romeinse keizer heet ook
A
Italië
B
Caesar
Slide 11 - Quizvraag
De Romeinse keizer was heel belangrijk want,
A
Hij werd een belangrijke koning
B
Hij wist het altijd beter
C
Hij werd vereerd als god
D
Hij werd vereerd omdat hij zo slim was
Slide 12 - Quizvraag
Sleep naar de juiste plaats - Romeinse stad
Tempel
Forum
Amfitheater
Slide 13 - Sleepvraag
Hoe heet dit gebouw in Rome?
A
Colosseum
B
Colloseum
C
Collosseum
D
Coloseum
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor soort bron in het Colosseum uit de vorige vraag?
A
primaire geschreven bron
B
primaire ongeschreven bron
C
secundaire geschreven bron
D
secundaire ongeschreven bron
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kwam het water in de Romeinse stad?
A
Door kanalen
B
Door aquaducten
C
Met loden pijpen werd het water naar de fonteinen of toiletten gebracht.
D
Alle antwoorden zijn goed,
Slide 16 - Quizvraag
Wat waren gladiatoren?
A
Senatoren, bestuurders
B
Legeraanvoerders
C
Slaven die moesten vechten voor vermaak
D
Voorlopers van huidige circusartiesten
Slide 17 - Quizvraag
Gladiatoren vochten tegen ...
A
Elkaar en wilde dieren
B
Wilde dieren en koningen
C
Koningen en slaven
D
Elkaar en koningen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is niet waar over gladiatoren?
A
Gladiatoren waren vaak slaven
B
Ze vochten met dieren
C
Ze wilden zelf graag in het Colosseum vechten
D
De Romeinse keizer besloot of de gladiator mocht blijven leven
