Geschiedenis vwo 4 - 6.3 Absolutisme



Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut
(Lord Acton) 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut
(Lord Acton) 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Macht en politiek in de verschillende periodes
  • Tijd van Grieken en Romeinen: Griekse stadstaten, goddelijke keizers (imperium)
  • Tijd van monniken en ridders: hofstelsel, feodalisme (piramidevorm, macht in ruil voor grond/deel van de macht/...)
  • Tijd van steden en staten: staatsvorming en centralisatie (eenheid, één plek)
  • Tijd van regenten en vorsten: streven van vorsten naar absolute macht (zoveel mogelijk macht in handen van één vorst)

Slide 3 - Tekstslide

Absolutisme
  • Het symbool voor absolutisme: Paleis van Versailles
  • Zichtbaar centrum van de macht
  • Buiten Parijs (!)
  • Gigantische kosten voor bouw en hofhouding
  • Hof (top Franse adel) gedwongen om (grotendeels) op paleis te verblijven
  • Voorbeeld voor veel Europese vorsten tijdens en na Lodewijk XIV

Slide 4 - Tekstslide

Samengevat
Absolutisme onder Lodewijk XIV
  • Politiek: koning wil/heeft zoveel mogelijk macht (l'etat c'est moi) qua wetgeving, uitvoering en rechtspraak
  • Economie: mercantilisme (Vive le France!), vgl. Trump!
  • Godsdienst: één (staats)kerk, de katholieke kerk

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling 6.3 Absolutisme
6.4 Wetenschappelijke revolutie
1. Nieuwe wereldbeeld
2. Factoren die bijdroegen aan de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting (7.1)
3. Wat heeft 6.4 ons nu te zeggen?
Het belang van wetenschap en aanvallen daar op

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe het streven van Lodewijk XIV naar absolutisme in politiek, economisch en religieus opzicht eruit zag. Gebruik per element slechts één woord, dus in totaal gebruik je drie woorden

Slide 7 - Open vraag

Beperkingen absolutisme
  • Godsdienstvrijheid (i.p.v. één kerk/geloof)
  • (Invloedrijk) Parlement --> onderhandelen over belastingen, wetten, etc.
  • Grondwet (staat nl. boven iedereen, incl. de koning)
  • Engeland kent een lange parlementaire traditie (1215 Magna Carta) -> koning gebonden aan standen, verenigd in parlement
  • 17e eeuw: veel 'conflicten' tussen vorsten en parlement
  • 1688 Glorious Revolution - 'onze' Willem III steunt Engelse protestantse edelenen en parlement, wint en wordt king William die belooft de Engelse grondwet (inperkingen monarchie) te steunen --> constitutionele monarchie (vgl. ons eigen land)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

6.4 Wetenschappelijke Revolutie
  • Tijdvak 2: ontwikkeling van wetenschappelijk denken (filosofen zoals Plato en Aristoteles)
  • Tijdvak 5: hernieuwde wetenschappelijke belangstelling (Renaissance)
  • Tijdvak 6: wetenschappelijke revolutie
  • Tijdvak 7: verlichting en rationeel optimisme

Kern wetenschappelijke revolutie: oud en traditioneel, klassiek denken in twijfel trekken
Francis Bacon: ga uit van waarneembare feiten, verzamel die en trek conclusies = empirisme

1543 Johannes Keppler: van een geocentristisch naar een heliocentristisch wereldbeeld
1609 Bewezen door Galileo Galilei --> inquisitie, verboden te publiceren. Aanval op de wetenschap

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe stimuleren een wereldeconomie enerzijds (6.1, 6.2) en het streven van vorsten naar absolute macht (6.3) anderzijds de wetenschappelijke revolutie (6.4)?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

7.1 Verlichting en rationeel optimisme
  • Onwetendheid, intolerantie, gebrek aan kennis = duisternis
    Kennis, inzicht en verdraagzaamheid = licht
  • Geloof/overtuiging: d.m.v. het verstand, de rede/ratio alles begrijpen en verbeteren --> rationeel optimisme

Welke bron gebruik je altijd bij een onderzoek en is tegelijk symbool van de Verlichting?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe dachten Verlichte denkers over godsdienst?

Slide 15 - Open vraag

Verlicht denken over godsdienst
  • Situatie in veel Europese staten: godsdienstoorlogen/conflicten over de staatskerk (intolerantie)
  • Gezag van de Kerk op basis van Bijbel en traditie (overgeleverd)
  • Natuurwetenschappelijk onderzoek is al gauw bedreigend (waar komt dé Waarheid vandaan?)

  • Verlicht

Slide 16 - Tekstslide

Hoe dachten Verlichte denkers over sociale verhoudingen?

Slide 17 - Open vraag

Sociale verhoudingen
  1. Geestelijkheid - de Kerk
  2. Adel - vorsten en edelen
    Wetgevende, uitvoerende en vaak ook rechtsprekende macht
  3. Het volk - kooplui, ambachtslieden, boeren
    Brengen de (stijgende) belastingen op

Slide 18 - Tekstslide

Verlicht denken over politiek

Slide 19 - Open vraag

Verlicht denken over economie

Slide 20 - Open vraag



Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut
(Lord Acton) 

Slide 21 - Tekstslide

Verwerking
In 7.1 komt een heel aantal Verlichtingsdenkers voorbij

Zet ze op een rij en noem per filosoof het gedachtegoed

Maak van dit overzicht een rap/rijm/gedicht --> vrijdag trappen we de les er mee af

Slide 22 - Tekstslide

Alles voor het volk, niets door het volk

Slide 23 - Woordweb

Verlicht absolutisme
  • Absolute monarchie
  • Verlichtingsidealen (kennis, vrijheden, tolerantie, ontwikkeling --> vorst bepaalt tot welke mate en voert het van bovenaf in
  • Ancien règime = conservatief (bij het oude laten) absolutisme
  • Politieke en sociale structuren moeten onveranderd blijven 
  • Gaat (radicale) verlichtingsdenkers vaak niet ver genoeg
  • Wat is de kracht van het volk (waarvoor absolute vorsten/machthebbers vrezen)?

Slide 24 - Tekstslide

Frederik II over de macht van de koning (1752)
Aan iedereen vrijheid van geweten laten, steeds Koning zijn en niet de Priester spelen, dat is het zekere middel om zijn Staat te vrijwaren voor de stormen die de dogmatische geest van de theologen altijd zoekt te verwekken. De godsdeinstoorlogen in het buitenland zijn het toppunt van onrechtvaardigheid en van onzin. 

Slide 25 - Tekstslide

De vrijheid van meningsuiting moet absoluut zijn.

Slide 26 - Open vraag

7.3 Democratische revoluties
Doel:
  • Je kent de oorzaken, het verloop en de gevolgen van 
1) De Amerikaanse Revolutie
2) De Bataafse Revolutie
3) De Franse Revolutie
  • en kunt daarbij aantoonbaar Verlichtingsidealen uit primaire bronnen benoemen

Middel: groepsopdracht A, B of C

Uitvoering: les van maandag a.s. 

Slide 27 - Tekstslide

Zij die hun geschiedenis wel lezen, maar er niet van leren, zijn gedoemd deze te herhalen

Wie tweette dit?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide