1. Je hebt altijd een oplader voor je laptop bij je en oortjes voor het bekijken van filmpjes
2. Je telefoon zit in je tas en staat op stil
3. Drinken of eten doe je in de pauze
4. Kauwgom gebruik je buiten de les.
5. Je jas en pet is in je kluis of op de gang
6. Neem je spullen mee of kom het in ieder geval netjes melden dat je iets bent vergeten.
7. Je laptop is dicht tijdens de uitleg