Thema A + B

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hallo!

Vandaag:

- Even voorstellen

- Herhaling Thema A

- Werken aan Thema B

Vragen aan mij?

Thema A

Dit leerdoel hebben jullie behandeld:

Je kunt op basis van de grootte van de ecologische voetafdruk van de mens de draagkracht van de wereld uitleggen.

Wat weet je er nog van?

Wat betekent 'duurzaamheid'?

Duurzaam = niet méér bronnen gebruiken dan dat er bijkomen.

Bv. niet méér bomen kappen dan je plant. En niet méér water uit een meer halen dan dat er bij komt.

Welke 'P' hoort niet bij het thema duurzaamheid?

1. People
2. Profit
3. Pacific
4. Planet

People, Profit en Planet moeten in balans zijn.

Als je winst haalt ten koste van de aarde, kom je daar later mee in de problemen.

Welk werelddeel heeft de grootste ecologische voetafdruk?

1. Afrika
2. Azië
3. Europa
4. Noord-Amerika

De ecologische voetafdruk hangt af van je gebruik van fossiele brandstoffen (aardolie etc.), en hoeveel ruimte er nodig is voor akkerbouw en veeteelt.

Welk van deze producten heeft de grootste watervoetafdruk?

1. Rundvlees
2. Kaas
3. Sojabonen
4. Melk

Vlees is vaak niet duurzaam om te produceren.

Maar hoe rijker een land wordt, hoe meer vlees er meestal wordt gegeten.

Thema B

Je kunt manieren kunt uitleggen waarop wij de draagkracht van de wereld kunnen vergroten.

Oftewel: wat kunnen we doen om de aarde leefbaar te houden voor alle mensen die erop wonen?

Energie

In plaats van brandstof zoals olie, gebruik maken van duurzame bronnen.

De overstap naar duurzame energie heet de energietransitie.

Bewust gebruik

Van energie: niet te veel apparaten gebruiken, goed isoleren (energiebesparing)

Van spullen: hergebruiken waar het kan (recyclen)

Voedsel

Duurzaam verbouwen: de grond en het milieu gezond houden.

Dus bijvoorbeeld met minder kunstmest of lagere uitstoot van broeikasgassen.

Aan de slag

Maken: opdrachten bij Thema B (t/m 7)

Gebruik: B130 t/m 132

Maak de opdrachten in Learnbeat. Ik deel de klascode in Teams.

Lees de vraag goed voordat je antwoord geeft.

Volgende les: beginnen aan Thema C.