3.3 + 3.4

welvaart en crisis in de jaren 20 en 30
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welvaart en crisis in de jaren 20 en 30

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • terugblik
  • uitleg 3.3 & 3.4
  • toets bespreken

Slide 2 - Tekstslide

hoe zat het ook alweer?
  • WOI > oorzaken?
  • Wie tegen wie?
  • einde?
  • Russische Revolutie > oorzaken en verloop?
  • totalitaire staat?

Slide 3 - Tekstslide

aan het eind van de les:
  • kun je verklaren waarom de economie welvarend was in de jaren 20, maar in de jaren 30 een crisis ontstond
  • weet je wat een ideologie is en ken je de belangrijkste kenmerken van Fascisme in  Italië en Nationaalsocialisme in Duitsland

Slide 4 - Tekstslide

Welvaart

  • Na WOI: economie op volle gang
  • urbanisatie: groei van Steden -> zwarte Amerikanen verhuizen naar steden om werk te zoeken
  • Amerikanen kopen meer en meer spullen -> consumptiemaatschappij 
  • Geen geld? > Lening bij de bank 
  • handel in aandelen 
een aandeel is een stukje van een bedrijf wat je kunt kopen. Als dat bedrijf winst maakt krijg je daar een deel van. Je kunt ook handelen in aandelen

Slide 5 - Tekstslide

Vrije tijd
  • Amerikanen kregen meer vrije tijd
  •  roaring twenties
  • filmindustrie, muziek, kledingrages en sportwedstrijden

Slide 6 - Tekstslide

niet alleen vooruitgang
  • om criminaliteit te voorkomen: drooglegging
  • illegale handel in alcohol (Al Capone)
  • rassenscheiding -> aanhang bij KKK (Klu Kux Klan)
  • 'blackface'  

Slide 7 - Tekstslide

Crisis
  • Amerikanen 'voldaan' > kopen van nieuwe producten stopte
  • bedrijven failliet > grote werkloosheid
  • beurskrach 1929 -> wereldcrisis  

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwe bewegingen: Italië 
  • koninkrijk met parlement
  • 1922: Benito Mussolini  regeringsleider > uiteindelijk dictator
  • Herstel Romeinse Rijk
  • antidemocratisch en fascistisch 
  • propaganda en persoonsverheerlijking om ideeën te verspreiden 
alleenheerser

Slide 9 - Tekstslide

Fascisme
  • ideologie (idee over hoe de wereld eruit moet zijn)
  •  tegen democratie
  • geweldsverheerlijking
  • Nationalistisch 
  • Totalitair 
leven van de burgers wordt volledig gecontroleerd 

Slide 10 - Tekstslide

                      Duitsland 
  • na WOI werd Duitsland democratie
  • leningen van VS om aan herstelbetalingen te kunnen voldoen
  • na beurskrach stopte deze leningen > inflatie      > onvrede 
geld wordt minder waard

Slide 11 - Tekstslide

N.S.D.A.P
  • Nationaalsocialistische Duitse Arbeiders Partij
  • Adolf Hitler
  • Sterke Duitse Staat verkrijgen > eerherstel na WOI 

Slide 12 - Tekstslide

Nationaalsocialisme
  • antidemocratisch
  • sterk Nationalisme
  • totalitair
  • geweldsverheerlijking 
  • racisme > Alleen het 'witte ras' superieur
  • antisemitisme   

Slide 13 - Tekstslide

aan de macht
  • Hitler kwam in 1933 aan de macht > herstel Duitsland
  • Verdrag van Versailles negeren
  • werkverschaffing (snelwegen, wapens, leger)
  • alleenheerser > Führer (leider) 

Slide 14 - Tekstslide

Dictatuur in Duitsland
  • Hitler kreeg absolute macht
  • intimidatie tegenstanders 
  •  concentratiekampen voor tegenstanders met SS 
  • Indoctrinatie onder bevolking 
  • Propaganda controleerde radio, tv, films, kranten, scholen
bangmakerij 
Schutzstaffel. Veiligheidseenheid van Hitler
Ideeën opdringen onder bevolking

Slide 15 - Tekstslide

Nederland
  • Anton Mussert werd geïnspireerd door Hitler; crisis raakte NL ook
  • richtte NSB op (Nationaalsocialistische Beweging)
  • kopie van NSB; geen grote aanhang in NL
  • enig toegestane partij tijdens WOI

Slide 16 - Tekstslide