Caféwoord - Staal spelling

Caféwoord - Staal spelling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Caféwoord - Staal spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we vorige week geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Maak een zin met een theewoord en het voegwoord , omdat

Slide 3 - Open vraag

het caféwoord
Vandaag leren we het caféwoord (dat is een Frans leenwoord)
Je hoort ee, maar je schrijft é.

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je dat je vooral op letten bij het caféwoord?
A
je hoort ee, maar je schrijft é
B
streepje op de é
C
dat het ook een colawoord is
D
je hoort v, maar je schrijft f

Slide 5 - Quizvraag

welke café
woorden vind jij in
je werkboek op blz. 56?

Slide 6 - Open vraag

tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik glijd
hij glijdt
hij wierp
geworpen
ik wierp
wij werpen
ik werp
gegleden

Slide 7 - Sleepvraag

nu jij: werkwoorden - tt
glijden
Schrijf ik .... , hij... ..

Slide 8 - Open vraag

werkwoorden - vt
glijden
Schrijf ik... , hij...

Slide 9 - Open vraag

werkwoorden - werpen
Hij ... gisteren de steen.

Slide 10 - Open vraag

Wat vind jij fijn, leuk of goed aan deze les?
ik onthoud het beter
Ik leer er veel van, dat is fijn
ik begrijp het beter, dat is handig
ik vind het leuk om te zien wat anderen schrijven
Ik vind het leuk om woorden te typen
ik weet het niet

Slide 11 - Poll