WPL 3 Parcival

Politiek
De Parlementaire democratie:
Politieke Stromingen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Politiek
De Parlementaire democratie:
Politieke Stromingen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel

  1. De leerling kan een politieke stroming analyseren aan de hand van een benaderingswijze.
    2. De leerling kan politieke partijen herkennen en plaatsen in het politieke spectrum aan de hand van uitspraken. 
3. De leerling kan samenwerken met zijn medeleerlingen om tot antwoorden te komen over een politieke stroming.
4. De leerling kan de verschillen tussen links en rechts uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis activeren 
  1. Hoe heb je de rondleiding bij Prodemos ervaren? en in het bijzonder de tweede kamer?
    2. Waar stemmen je ouders op?
3. Ben je zelf politiek actief?
4. Welk politiek onderwerp spreekt je aan?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Links - rechts
Wat valt er op aan de zetel indeling van de tweede kamer?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Werken in expert groepen
W: Je gaat in expert groepen (zes groepen van 3)informatie opzoeken en vervolgens uitleggen aan je groepsgenoten.
H: Je zoekt naar je specifieke politieke stroming en probeert deze ideologie te beschrijven aan de hand van opvattingen en of standpunten.
H: het internet op je telefoon
T: In totaal 25 minuten, 15 minuten om informatie op te zoeken 10 minuten voor de uitleg 3 min per persoon.
U: Iedereen weet nu wat de verschillende politieke stromingen inhouden.
K: zachtjes praten met medeleerlingen.

Slide 10 - Tekstslide

Spelregels
1. Welk kernwoord typeert de stroming?
2.  Noem minimaal 3 kenmerken van de stroming
3. Wanneer is de stroming ontstaan?
4. Welke partijen in Nederand behoren tot deze stroming.
5. Noem van elke benaderijngswijze minimaal 1 kenmerk
poltiek-juridisch,sociaal-econmisch, sociaal-cultureel & historisch vergelijkend

Slide 11 - Tekstslide

Drie grote stromingen
1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Liberalisme 
1. Individuele verantwoordelijkheid
2. Particulier initiatief
3. Vrijemarkteconomie
4. Geen grote overheidsbemoeienis
5. Denivilleren van de inkomens
6. Verlaging belastingen
7. Privatisering

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Socialisme
1. Gelijkheid
2. Solidariteit
3. Arbeid vs kapitaal
4. Nivellering
5. Actieve rol overheid
6. Overheid moet klaar staan voor zwakke en kwetsbare groepen
7. behoud van werkgelegenheid 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Confessionalisme
1. naastenliefde / solidariteit
2. gespreide verantwoordelijkheid
3. harmonie en samenwerking
4. zorgzame samenleving
5. subsidariteitsbeginsel 
6. soevereiniteit in eigen kring
lagere organen behouden zelfstandigheid
de staat, kerk, school, familie, bedrijf zijn afzonderlijke kringen, waarbij ieder een eigen gezag of soevereiniteit heeft

Slide 19 - Tekstslide

Welke stroming?

Slide 20 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort standpunt A?
A
Liberalisme
B
Sociaal democratie
C
Christen democratie

Slide 21 - Quizvraag

Welke stroming?

Slide 22 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming hoort standpunt B
A
Christen democratie
B
Liberalisme
C
Sociaal democratie

Slide 23 - Quizvraag

Welke stroming?

Slide 24 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming hoort standpunt C?
A
Christen democratie
B
Sociaal democratie
C
Liberalisme

Slide 25 - Quizvraag

Liberalisme draait vooral om:
A
veiligheid
B
vrijheid
C
religie
D
gelijkwaardigheid

Slide 26 - Quizvraag

Welke politieke stroming bestaat NIET in Nederland?
A
Christen democratie
B
Sociaal democratie
C
Liberalisme
D
Democraten

Slide 27 - Quizvraag

Deze stroming vindt solidariteit belangrijk
A
Sociaal democratie
B
Liberalisme
C
Christen democratie

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Christendemocratie
C
Sociaal democratie
D
Geen van alle

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Sociaal democratie
B
Christen democratie
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 30 - Quizvraag

Welke politieke stroming komt op voor de rechten van arbeiders?
A
sociaal democratie
B
liberalisme
C
Christen democratie

Slide 31 - Quizvraag

Welke partij en stroming?

Slide 32 - Tekstslide

Bij welke politieke partij hoort standpunt B?
A
CDA
B
PVV
C
Groen Links
D
PVDA

Slide 33 - Quizvraag

Welke partij en stroming?

Slide 34 - Tekstslide

Bij welke politieke partij hoort standpunt C?
A
CDA
B
PVV
C
SP

Slide 35 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open vraag