les 6.3

6.3 Werken voor de overheid
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

6.3 Werken voor de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid
De overheid bestaat uit:

  • De rijksoverheid
  • De provincie
  • De gemeente

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rijksoverheid
Het rijk regelt vanuit Den Haag zaken die voor het hele land van belang zijn. 

  • wetten maken
  • plannen bedenken
  • wetten controleren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De provincie
Nederland is verdeeld in provincies. De provincie is verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied van de provincie. Ze bepalen:
  • waar steden en dorpen uitbreiden
  • waar natuur en recreatie plaatsvindt
  • waar industrie wordt gebouwd
  • infrastructuur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gemeente
De gemeente regels alles in jouw woonplaats. Zo ga je naar het gemeentehuis voor bijvoorbeeld:

  • een paspoort
  • een vergunning
  • een certificaat

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambtenaar:

iedereen die in dienst is van de overheid
Infrastructuur:

het stelsel van voorzieningen dat nodig is om goederen, personen en informatie te vervoeren.

Belangrijke begrippen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Doornemen 6.3

maken de opdrachten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij infrastructuur?
A
vrachtwagen
B
mobiele telefoon
C
riolering
D
satelliet

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ambtenaren zijn....
A
de overheid
B
personen die werken voor de overheid
C
de personen waarvoor de overheid werkt
D
de Rijksoverheid

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid van Nederland bestaat uit...
A
Het Rijk
B
Provinciale overheid
C
Gemeentelijke overheid
D
Alle bij elkaar samen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn ambtenaren?
A
De werknemers van de overheid
B
Bedrijven die voor de overheid werken
C
De werknemers van een gemeente
D
De werknemers die bij bedrijven werken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie beslist er over de
sluitingstijd van een café?
A
Gemeente
B
Provincie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infrastructuur gaat NIET over...
A
wegen
B
informatieverbindingen
C
havens
D
mensen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort NIET bij sociale zekerheid?
A
Huurtoeslag
B
Sociale media
C
Sociale premies
D
WW-uitkering

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een burgemeester is de baas van:
A
Het rijk
B
De provincie
C
De gemeente
D
De rijksoverheid

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geld voor de sociale zekerheid krijgt de overheid via:
A
inkomstenbelasting
B
sociale premies
C
btw
D
accijns

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het brutoloon krijg je uitbetaald
A
dit is juist
B
dit is onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel
Niet
Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
De overheid moet met collectieve voorzieningen winst maken.
De brandweer is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Voor collectieve voorzieningen hoef je nooit te betalen.
De supermarkt is een voorbeeld van een collectieve voorziening.

Slide 18 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
De overheid wil meer toe naar het principe
'de vervuiler betaalt'. Als dit lukt, wat gebeurt er dan met de maatschappelijke kosten?
A
Maatschappelijke kosten blijven gelijk.
B
Maatschappelijke kosten stijgen.
C
Maatschappelijke kosten dalen.
D
Dat hangt er vanaf

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het door de overheid vastgestelde minimumbedrag dat je nodig hebt om van te leven?
A
Bijstand
B
Huurtoeslag
C
Sociaal minimum
D
Volksverzekering

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies