H3 Chili

Wat gebeurt er met de lucht bij hoge luchtdruk?
1 / 50
volgende
Slide 1: Open vraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gebeurt er met de lucht bij hoge luchtdruk?

Slide 1 - Open vraag

Wat voor klimaat zal je hier aantreffen?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Sleepvraag

Verklaar de grote verschillen tussen het klimaat in het noorden en zuiden

Slide 4 - Open vraag

El Nino

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

     Zwaarste aardbeving ooit gemeten was in Chili (1960):
 - 9.5 op de schaal van Richter- epicentrum op 60 m onder de bodem van de Grote Oceaan- 3.000 – 10.000 slachtoffers, vooral door de tsunami
• Veel meer zware aardbevingen sinds 1960.
aardbevingen hebben altijd een serie naschokken: door ontladen spanning:
  • - op andere plekken langs de breuk 
  • - in nabijgelegen breuken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

1. Divergentie (Mid-Oceanische rug)
2. Convergentie
3. Transform

Slide 11 - Tekstslide

Hoe heet het proces dat zorgt voor platentektoniek?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

  •      In Chili ontstaan de zware aardbevingen door  de botsing (convergentie) van de Nazcaplaat met de Zuid-Amerikaanse plaat.
  •  subductie: de zware oceanische plaat duikt weg onder de lichte continentale plaat
  • de continentale plaat wordt een stukje meegetrokken
  •  wrijving tussen bewegende platen leidt tot oplopende spanning
  • losschieten van de platen leidt tot  aardbevingen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

  • • Na een beving bouwt de spanning weer langzaam op.
  • Seismisch gat = een gebied waar al lang geen zware aardbeving is voorgekomen in vergelijking met  omringende gebieden. 
  • hier vinden de zwaarste aardbevingen van Chili plaats
  • In het noorden ligt ook een seismisch gat:zware aardbeving in de toekomst?

Slide 18 - Tekstslide

  •  Heel diep onder de Zuid-Amerikaanse plaat smelt de Nazcaplaat.
       Opstijgend magma zorgt voor vulkanisme
druk van het opstijgend magma zorgt voor omhoog drukken aardkorst waardoor een plooiingsgebergte is ontstaan.
• Ontstaan Atacamatrog langs westkust door wegduiken Nazcaplaat. 8.066 m op het diepste punt!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het epicentrum en het hypocentrum?

Slide 22 - Open vraag

Waarom zijn er juist bij Chili zoveel aardbevingen?

Slide 23 - Open vraag

Hoe heet het proces wat op dit plaatje optreedt?

Slide 24 - Open vraag

Van welke plaatbeweging is dit een gevolg?
A
Divergente plaatbeweging
B
Transforme plaatbeweging
C
Convergente plaatbeweging

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Ontstaan vulkanen
Subductie Nazcaplaat onder de Zuid-Amerikaanse ​plaat leidt tot aardbevingen en vulkanisme.​
     - oceanische Nazcaplaat: ​
       + dunner, maar zwaarder​
       + basalt: snelle afkoeling magma​
       + duikt weg in de aardmantel​
     - continentale Zuid-Amerikaanse plaat:​
       + dikker, maar lichter​
       + graniet: langzame afkoeling magma​
       + bovenliggende plaat

Slide 27 - Tekstslide

Ontstaan vulkanen
• Convectiestromen trekken de oceaanbodem tot ​
   600-700 m naar beneden. ​

   Oceanische plaat duikt weg -> smelt -> opstijgend magma​

   Opstijgend magma:​
   - vormt nieuw gesteente​
   - vormt vulkaanketens

Slide 28 - Tekstslide

Explosieve vulkanen
Bij subductie ontstaan stratovulkanen.​
 Met explosieve uitbarstingen:​
- taai, stroperig magma en veel gas​
- stolt in kraterpijp die verstopt raakt​
- drukt neemt toe ​
- uitbarsting met soms een pyroclastische stroom​

Stratovulkanen:​
     - opgebouwd uit lagen as en lava​
     - steile hellingen door snel stollende lava

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Eilanden
Archipel voor de kust van Chili niet op een ​plaatgrens, wel vulkanisch.​
    -> van alle actieve vulkanen:​
          - 80% subductie​
          - 10% divergentie​
          - 10% andere manier

Slide 31 - Tekstslide

Hotspots
            • Hoe ontstaat een hotspot?
  1. magma stijgt op uit de aardmantel (mantelpluim) ​
  2. de mantelpluim scheurt de aardkorst open.​
  3. hierboven ontstaat een vulkaan.​

->hotspot = top van een mantelpluim​
->de plaat beweegt, de hotspot niet​
-> rij vulkanische eilanden​
->alleen boven de mantelpluim: actieve vulkaan

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Schildvulkaan
• Boven een mantelpluim ontstaan schildvulkanen:​
     - erg vloeibaar magma​
     - stroomt ver weg voordat het stolt​
     - grote vulkaan met flauwe hellingen​
     - effusieve uitbarstingen = niet explosief

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

3.4 Bronnen: Chili in beeld

Slide 40 - Tekstslide

Economie
1930-1950: importsubstitutie   
  • fabrieken die de invoer moesten vervangen.
  • te kleine binnenlandse afzetmarkt en te weinig koopkracht

Slide 41 - Tekstslide

Vanaf 1970: export koper
Vanaf de jaren 1980
diversificatie (niet afhankelijk van één product)
bosbouw, fruitteelt, wijnbouw, toerisme 
ook:- lage belastingen - lage lonen - vaak vrije uitvoer winsten - verdragen met andere landen

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Koper
  • Grootste exportproduct Chili
  • 30% wereldmarkt 
  • problemen:
- dagbouw 
- veel water nodig 
 - luchtvervuiling

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk voor de problemen minstens 2 oplossingen

Slide 45 - Tekstslide

Oplossingen
 - minder water gebruiken
 - water recyclen
 - zeewater ontzilten
 - water gebruiken om stof (luchtvervuiling) tegen te gaan

Slide 46 - Tekstslide

Wijn
Chili exporteert veel wijn.

in mediterrane klimaat rond Santiago.

Slide 47 - Tekstslide

Viskweek
In Chili wordt veel vis gekweekt: aquacultuur
Voordelen zalmkwekerijen:+ succesvol+ 60.000 personen werkzaam
Nadelen duurzaamheid zalmkwekerijen:- veel antibiotica nodig- vreemde soort in natuurlijk milieu- algenbloei

Slide 48 - Tekstslide

Verstedelijking
  • Ongelijke bevolkingsspreiding: 
  • urbanisatiegraad: 90%
  • meerderheid woont in de Centrale Vallei
  • middelpunt: Santiago met Sanhattan
  • De verstedelijking gaat te snel: krottenwijken (callampas)

Slide 49 - Tekstslide

Bevolking
De Chileense bevolking:- 18 miljoen mensen
- lage natuurlijke bevolkingsgroei:
 + geboortecijfer 13,4‰
 + sterftecijfer 6,3‰

- verschillende bevolkingsgroepen:
 + mestiezen (afstammelingen Spaanse kolonisten en indiaanse vrouwen)
+ inheemse volken (pueblos indígenas)  
 + witten

Slide 50 - Tekstslide