1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer

1.2 kernbegrippen bij maatschappijleer
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.2 kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor maatschappij?
A
Belangengroep
B
Sociale omgeving
C
Overheid
D
Samenleving

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
In het openbaar vervoer sta je je zitplaats af aan ouderen
B
Je mag geen afval op straat gooien
C
Tijdens het oversteken kijk je altijd links en rechts van je
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een fatsoensregel?
A
Stoppen voor het zebrapad
B
Dieren niet mishandelen
C
Op tijd komen
D
Niet dronken in het verkeer

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen waarde?
A
gelijkheid
B
beleefdheid
C
ADHD
D
trouw

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarden zijn:
A
oplossingen die in het belang zijn van veel mensen.
B
principes die mensen belangrijk vinden in het leven.
C
de belangen die mensen bij een kwestie hebben.
D
alle ongeschreven regels bij elkaar.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn normen?
A
Gedragsregels die aangeven wat in een bepaalde cultuur als juist of onjuist wordt gezien.
B
De etnische afkomst van een persoon.
C
De politieke overtuiging van een individu.
D
De financiële situatie van een persoon.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn belangen?
A
Iets wat mensen voor veel mensen of de hele wereld willen en niet alleen voor zichzelf.
B
Een belang is een voordeel, iets wat mensen voor zichzelf willen.
C
Regels die bij een waarde horenGedrag bij je waarden.
D
De belangrijkste waarden van Nederland.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belang is ergens voordeel bij hebben, waar hebben leerlingen belang bij?
A
Goed onderwijs
B
Goedkoop onderwijs
C
Slecht onderwijs
D
helemaal geen les

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een uitgaansgebied zijn ’s nachts veel vechtpartijtjes. Er is dan sprake van een belangentegenstelling tussen:
A
de café-eigenaren onderling.
B
de politie en de burgemeester.
C
de buurtbewoners en de politie.
D
de politie en de daders.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een belangentegenstelling
A
wil je hetzelfde bereiken, heb je dezelfde doelen en belangen met elkaar
B
heb je ruzie met elkaar
C
botst de ene waarde met de andere norm
D
botst het belang van de een met het belang van de ander

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuiging
geld
media
geweld
invloedrijke mensen

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke machtsmiddelen hebben influensers?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

maken par 1.2

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M4A
Magister: leermiddelen
Thema's Maatschappijleer
klasse code
026713

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M4B

Magister: leermiddelen
Thema's Maatschappijleer
klasse code
346626

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies