Politiek 1, kennismaking

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Hier zie je
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 2 - Quizvraag

Hier zie je de Senaat. Hoe heet de senaat ook wel?
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 3 - Quizvraag

Democratie betekent 'het volk regeert'
A
waar
B
onwaar

Slide 4 - Quizvraag

Grondwet en de koning
De koning was de machtigste man van Nederland
1848 grondwet ingevoerd
De macht van de koning werd beperkt

Slide 5 - Tekstslide

Moeilijke Woorden
Constitutie = grondwet
Monarchie = koninkrijk

Slide 6 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Constitutionele monarchie= Een koninkrijk waar de macht van de koning beperkt is door de grondwet

Slide 7 - Tekstslide

Een erfelijke vorst is een vorst die
A
Veel geld van zijn ouders erft
B
Een groot erf met dieren om het paleis heeft
C
Zijn titel gekregen heeft omdat zijn ouders ook vorst waren
D
benoemd is door God zelf

Slide 8 - Quizvraag

Nederland heeft een constitutionele monarchie. Dus
A
De koning heeft alle macht
B
Er heerst een vorst die door God is benoemd
C
De koning bepaalt de grondwet
D
De echte macht ligt bij het parlement

Slide 9 - Quizvraag

Het volk regeert
De koning is staatshoofd, geen politieke macht
Verkiezingen om de regering te vormen
Kiezen uit politieke partijen
Elke partij andere ideeën



Slide 10 - Tekstslide