Rekenen quiz
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is rekenen belangrijk?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een schapenkooi is 15 x 10 meter.
Hoeveel hek heeft de boer moeten
kopen om de kooi te maken?
Hoeveel hek heeft de boer moeten
kopen om de kooi te maken?
A
50 m
B
150 m
C
25m98
D
1500m
Slide 3 - Quizvraag
Als je de grootte van iets uitspreekt zeg je vaak: (lengte) bij (breedte) meter. Dat schrijf je als ... x ... meter.
Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 dm²
B
32 cm²
C
2,7 dm²
D
16 cm
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
34 m
B
64 m
C
44 m
D
48 m
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schat de hoogte van een verdieping.
A
1,5 m
B
2 m
C
2,5 m
D
3 m
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe laat is het?
A
10 voor 11
B
5 over 10
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat is schatten?
A
iets precies uitrekenen
B
iets ongeveer uitrekenen
C
gokken
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik koop 6 potjes lijm. Hoeveel moet ik ongeveer betalen?
A
€ 10
B
€ 11
C
€ 12
D
€ 13
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik koop 2 broden, 1 croissant en 1 muffin. Hoeveel moet ik ongeveer betalen?
A
€ 4
B
€ 5
C
€ 6
D
€ 7
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel is 1/10 van 800?
A
8
B
80
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk deel van de pizza is over?
A
1/6
B
5/6
C
1
D
1/4
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk deel is gekleurd?
A
1/3
B
1/2
C
2/3
D
1
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
5 x 6 =
5 x 7 =
5 x 8 =
5 x 9 =
40
45
30
35
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
15
9
42
32
56
30
54
18
28
21
3 x 3 =
6 x 7 =
8 x 4 =
8 x 7 =
10 x 3 =
7 x 3 =
4 x 7 =
9 x 2 =
9 x 6 =
5 x 3 =
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
is 49:7=6?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Afronden op duizendtallen.
17800 wordt
17800 wordt
A
17000
B
17900
C
18000
D
17500
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Rond de getallen af op een hele euro's.
€389,33
€389,33
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
