1. Is de taak is dringend en belangrijk? Zet hem in vak 1. Deze taken zijn belangrijk en moeten snel gebeuren.
2. Is de taak belangrijk maar NIET dringend? Zet hem in vak 2. Deze taken zijn belangrijk maar hoeven niet gelijk.
3. Is de taak dringend maar niet zo belangrijk? Zet hem in vlak 3. Deze taken moeten snel gebeuren maar zijn niet belangrijk.
4. Is de taak niet dringend en niet belangrijk? Zet hem in vlak 4. Dit zijn de taken die fijn kunnen zijn om te doen maar niet echt belangrijk zijn.