Les 9 §3.4 Kansen voor Gambia: arbeidsmigranten en ontwikkelingssamenwerking

Les 9
§3.4 (deel 2)
AK - week 16
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 9
§3.4 (deel 2)
AK - week 16

Slide 1 - Tekstslide

Hoi,
Deze les gaat over arbeidsmigranten en ontwikkelingssamenwerking in Gambia.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen...

  • ... wat de voor- en nadelen zijn van arbeidsmigratie. 
  • ... wat het verschil is tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking.

Slide 3 - Tekstslide

Gambia heeft kansen...
Door bijvoorbeeld toerisme. Bekijk hier enkele foto's van toerisme die jullie zelf hebben ingestuurd bij de vorige les!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zou jij wel een keer naar Gambia op vakantie willen?
A
Ja, het staat zeker op mijn to-go-lijstje.
B
Alleen als het een gratis tripje is.
C
Nee, niet geïnteresseerd.

Slide 6 - Quizvraag

Gambia kan zich ook ontwikkelen dankzij:

Arbeidsmigranten &

ontwikkelingssamenwerking.

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsmigranten
  • 'Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied'.
  • Voordeel voor Gambia: vaak goed opgeleide Gambianen werken in het buitenland en sturen geld naar huis.
  • Nadeel: braindrain.

Slide 8 - Tekstslide

Braindrain
  • 'Het vertrek van goed opgeleide mensen naar het buitenland'.

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een reden waarom braindrain een probleem is.

Slide 10 - Open vraag

Het volgende filmpje hoort bij vraag 5c van §3.4.

Slide 11 - Tekstslide

1

Slide 12 - Video

01:09
Zijn Theo en Jolanda arbeidsmigranten in Gambia? Licht je antwoord toe.

Slide 13 - Open vraag

Ontwikkelingssamenwerking vs. ontwikkelingshulp.

  • Hamvraag: wie bepaalt wat de beste oplossingen zijn voor de problemen? Het land dat geld geeft of het land dat geld ontvangt?
  • Bekijk de volgende 2 slides en klik op de icoontjes voor uitleg.

Slide 14 - Tekstslide

ontwikkelingshulp en samenwerking
ontwikkelingshulp
  • rijke landen helpen ontwikkelingslanden
  • sturen van mensen, geld en/of spullen
  • rijke landen bepalen wat er wordt gedaan
ontwikkelingssamenwerking
  • afspraken tussen arme en rijke landen
  • ze werken samen
  • arme landen maken plannen, rijke landen ondersteunen

Slide 15 - Tekstslide

Wie bepaalt bij ontwikkelingshulp waar het geld aan uitgegeven wordt?
A
Het donorland (land dat hulp geeft).
B
Het land dat hulp ontvangt.

Slide 16 - Quizvraag

noodhulp
  • hulp om in leven te blijven     
  • hongersnood, natuurramp, oorlog
  • nadeel: afhankelijkheid van andere landen

structurele/duurzame hulp
  • blijvende verbeteringen
  • opleiden dokters, aanleggen waterleidingen,
  • microkredieten afgeven: mini lening om bedrijf op te zetten of te laten groeien
  • nadeel: geld kan verkeerd terecht komen

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk het kaartje hiernaast.
Welke landen ontvangen het meeste geld voor ontwikkelingssamenwerking?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht 1
  • Maak nu in de Geo online §3.4: opdr. 5 tot en met 8. 
  • Bij vraag 8 kun je het kaartje op deze slide gebruiken. 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Leer de begrippen van §3.4  ⇨ 
  • Max. 5 min.
  • En leer alle begrippen van H3 hier  ⇨ 

Slide 20 - Tekstslide

AFRONDING 

Slide 21 - Tekstslide

Noteer twee dingen die je deze les hebt geleerd
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!

Slide 22 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!

Slide 23 - Open vraag

Einde

Slide 24 - Tekstslide