eiwit, transport en organellen

RNA -> eiwit en organellen
In de laatste les hebben we geoefend met de transcriptie naar mRNA en de translatie naar eiwitten. Daarnaast hebben we gekeken naar verschillende soorten mutaties en de eventuele gevolgen van een mutatie.

Vandaag gaan we dieper erop in en kijken we naar de verschillende rollen die celorganellen hierbij hebben.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

RNA -> eiwit en organellen
In de laatste les hebben we geoefend met de transcriptie naar mRNA en de translatie naar eiwitten. Daarnaast hebben we gekeken naar verschillende soorten mutaties en de eventuele gevolgen van een mutatie.

Vandaag gaan we dieper erop in en kijken we naar de verschillende rollen die celorganellen hierbij hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Welk proces zien wie hier uitgebeeld?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de taak van de ribosomen die blijkbaar ook op 







het 
kernmembraan 
te vinden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen ruw ER en glad ER?

Wat is de functie van ER?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

In het ER worden de gemaakte eiwitten 
vervoert in een transport blaasje richting het Golgi apparaat

Slide 6 - Tekstslide

De transport blaasjes van de ER versmelten met het membraan van het Golgi apparaat. 

Wat is de taak van de Golgi apparaat?

Slide 7 - Tekstslide

Bouwstenen aminozuren/eiwitten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bouwstenen vetten/lipiden

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld hormonen=> GnRH

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld vitamines

Slide 12 - Tekstslide

Uitgaande transportblaasjes / exocytose
De gemodificeerde eiwitten in het Golgi apparaat worden ingepakt en afgesnoerd. Deze uitgaande transportblaasjes zijn omgeven door een membraan. Wanneer het membraan samensmelt met het celmembraan zijn de stoffen buiten de cel gebracht.
exocytose

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende termen?
endocytose kent twee vormen
1) pinocytose en 
2) fagocytose

Bekende fagocyterende cellen zijn: 
Amoebe, macrofagen en neutrofielen




Slide 14 - Tekstslide


Lysosomen bevatten enzymen die vreemde deeltjes, stoffen of micro-organismen of voedsel die de cel binnen zijn gedrongen kunnen afbreken. Ook worden de lysosomen gebruikt om kapotte celorganellen af te breken.

Slide 15 - Tekstslide

lysosoom

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Chloroplast

Slide 19 - Tekstslide

Dierlijke cel

Slide 20 - Tekstslide

Plantencel

Slide 21 - Tekstslide

Ribosomen
Wel
Wel

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

extremofielen



geen celkern
enkelvoudig celmembraan 

Slide 24 - Tekstslide