Vandaag start de 1e les voor je 1e examen over 12 weken
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Vandaag start de 1e les voor je 1e examen over 12 weken
Slide 1 - Tekstslide
Hoe ziet de les er uit
welkom
absentie
beetje theorie en herhalen vorige les
10 a 15 minuten aan de slag
nog een beetje theorie
opdrachten afmaken totdat de bel gaat
als je het slim aanpakt, heb je GEEN huiswerk!!!
Slide 2 - Tekstslide
Lesson Up
Ga naar:
WWW.LESSONUP.COM
INLOGGEN.... met je schoolaccount:
SCHOOLMAIL EN JE WACHTWOORD
KLASSENCODE 3ec1
W J W T W
Slide 3 - Tekstslide
Lesson Up
Ga naar:
WWW.LESSONUP.COM
INLOGGEN.... met je schoolaccount:
SCHOOLMAIL EN JE WACHTWOORD
KLASSENCODE 3EC4
E Y R B H
Slide 4 - Tekstslide
HOOFDSTUK 2
Paragraaf 2.1 Kijk en vergelijk
Slide 5 - Tekstslide
Examenvragen die je kan verwachten
De volgende vragen kun je verwachten:
Wakker Dier voert actie tegen plofkippen bij de McDonalds. Ze roepen McDonalds op om te stoppen met plofkippen. Leg uit waarom hier sprake is van ''consumerpower''.
Leg uit wat een vergelijkend warenonderzoek is.
Noem twee taken van een consumentenorganisatie.
Wat is een keurmerk?
Bereken het prijsverschil in procenten
Slide 6 - Tekstslide
Lesdoel
In deze les leer je :
waar je betrouwbare productinformatie vandaan haalt
hoe je prijzen vergelijkt
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoel
wat is een consumentenorganisatie
Slide 8 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties
dit zijn organisaties die opkomen voor de belangen van de klant (de consument).
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoel
hoe kan je prijzen vergelijken
Slide 10 - Tekstslide
Vergelijkend warenonderzoek
Een vergelijkend warenonderzoek is een test van een aantal soortgelijke producten.
De producten worden vergeleken op bijvoorbeeld gebruiksgemak, kwaliteit, energieverbruik, veiligheid en prijs.
Slide 11 - Tekstslide
Prijs per standaardgewicht
Producten verschillen in prijs en gewicht.
Om de prijzen goed te vergelijken, moet je alle prijzenomrekenen naar hetzelfde gewicht.
Om de prijzen van alle repen chocola met elkaar te vergelijken moet je de prijs van elke reep uitrekenen met hetzelfde gewicht, bijvoorbeeld 100 gram
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
maak uit je boek vraag 2, 3, 4, 5, 6, (blz 40 t/m 42)
maak som 1 en 2 op blz 62
je hebt 12 minuten! als je klaar bent, lees je vast de paragraaf goed door
timer
12:00
Slide 13 - Tekstslide
Lesdoel
In deze les leer je :
wat de betekenis is consumerpower en een keurmerk
hoe je een prijsverschil in procenten berekend
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoel
wat is consumerpower en wat is een keurmerk
Slide 15 - Tekstslide
Consumerpower & Keurmerk
Consumerpower De kracht van alle consumenten (klanten) samen.
Organisaties als de consumentenbond, ANWB, NIBUD en Vereniging Eigen Huis.
Keurmerk
Een keurmerk is een logo op een product waarmee de fabrikant aangeeft dat het product aan bepaalde eisen voldoet.
Wie kent een keurmerk?
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoel
hoe je een prijsverschil in procenten berekend
Slide 17 - Tekstslide
Prijsverschil in procenten
Stappenplan
1. Reken het prijsverschil in euro's uit
2a. Deel door de prijs waar je mee vergelijkt
2b. Let op het woordje dan
3. Vermenigvuldig dit met 100 en zet er % achter
Slide 18 - Tekstslide
Prijsverschil in procenten
Voorbeeld Een I-phone kost 599,-. Een samsung kost 450,-. Hoeveel procent is de I-phone duurder dan de Samsung?
Stappenplan
1. Reken het prijsverschil in euro's uit
2a. Deel het verschil door de prijs waar je mee vergelijkt
2b. Let op het woordje dan (daarachter vergelijk je mee)
3. Vermenigvuldig je dit met 100 en zet er % achter
Slide 19 - Tekstslide
Prijsverschil in procenten
Uitwerking
599,- min 450,- = 149
in de tekst staat duurder dan Samsung dus je vergelijkt het prijsverschil met de prijs van Samsung
149 : 450 = 0.33111 0,3311 x 100 = 33,1 procent teken niet vergeten 33.1%
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
vergeet niet de andere vragen ook af te maken : vraag 2, 3, 4, 5, 6, (blz 40 t/m 42) en maak som 1 en 2 op blz 62
maak uit je boek vraag 7, 8, 9 en 10 (blz 42 t/m 43)
maak de samenvatting van 2.1 op blz 56
maak som 1, 2, 3 en 4 op blz 62
maak de Lesson up vragen van deze paragraaf op je Laptop
wat niet af is, is huiswerk!!!
Slide 21 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
A
geven je uitleg over je rechten
B
proberen veel producten te verkopen
C
zijn er voor bedrijven als AH en Jumbo
D
testen geen producten
Slide 22 - Quizvraag
We hebben het gehad over consumentenorganisaties. Wat doen deze organisaties?
A
Die komen op voor de producent.
B
Die komen op voor de fabrikanten.
C
Die komen op voor de belangen van de overheid.
D
Die komen op voor de belangen van de consument.
Slide 23 - Quizvraag
Welke hoort NIET tot de consumentenorganisaties?
A
ANWB
B
Vereniging Eigen Huis
C
IKEA
D
Consumentenbond
Slide 24 - Quizvraag
Welke bewering over consumentenorganisaties is juist?
A
Deze komen op voor de belangen van producenten.
B
Deze werken in opdracht van een bepaald merk of bedrijf.
C
Deze zijn eigendom van de overheid.
D
Deze geven onpartijdige productinformatie.
Slide 25 - Quizvraag
EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
Slide 26 - Quizvraag
hoe heet het als je met een grote groep consumenten gezamenlijk optreed ?
A
opteden
B
koopkracht
C
opstand
D
consumer power
Slide 27 - Quizvraag
Wat is Consumer power?
A
producenten die samen opkomen voor de eigen belangen
B
iemand die samen met anderen het zelfde product koopt
C
door gezamenlijk op te treden heb je meer invloed op producten
D
consumenten die samen een product kopen
Slide 28 - Quizvraag
Wat is Consumer Power?
A
Macht van de koper
B
Een soort toetje
C
Krachtige brandstof
D
Kracht van verkoper
Slide 29 - Quizvraag
Wat is GEEN keurmerk?
A
B
C
D
Slide 30 - Quizvraag
Een keurmerk ...
A
geeft aan wat er in het product zit.
B
geeft aan waar het product vandaan komt.
C
is een logo dat aangeeft dat een product aan bepaalde eisen voldoet.
D
is een beoordeling van uit een test.
Slide 31 - Quizvraag
Fairtrade is een keurmerk, hoe helpt dit keurmerk arbeiders in ontwikkelingslanden?
A
Ze geven een eerlijke prijs voor hun product
B
Door het keurmerk verdienen de boeren een beter loon
C
Fairtrade is een eerlijke keuze
D
Fairtrade heeft niks te maken met arbeider
Slide 32 - Quizvraag
De ACM is een overheidsinstelling. Waar ziet de ACM onder andere op toe?
A
Dat bedrijven niet te duur, zodat de consument een eerlijke prijs betaalt.
B
Dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.