5.2 Hoe maak je winst?

5.2 Hoe maak je winst?
Meneer mr. B.J.M. Horsch

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

5.2 Hoe maak je winst?
Meneer mr. B.J.M. Horsch

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Planning rest van het jaar
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg 5.2 en formuleblad
  4. Oefenen (stencil)
  5. Terugblik leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de omzet berekenen
  2. ... de inkoopwaarde berekenen
  3. ... de brutowinst berekenen
  4. ... het nettoresultaat berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Schema winst berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Omzet berekenen
Het Sophianum verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft het Sophianum 10 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 3 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Omzet = afzet x verkoopprijs
  2. Afzet = 10 stuks
  3. Verkoopprijs = € 3
  4. Omzet = 10 x € 3 = € 30

Slide 5 - Tekstslide

Inkoopwaarde berekenen
In een maand heeft Sophianum 400 kerstengeltjes ingekocht bij de moeder van een leerling. De kerstengeltjes kosten € 2,50 per stuk bij de moeder van een leerling. Bereken de inkoopwaarde voor het Sophianum. 

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs
  2. Afzet = 400
  3. Inkoopprijs = € 2,50
  4. Inkoopwaarde = 400 x € 2,50 = € 1.000


Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
  1. Maken opdrachten omzet en inkoopwaarde (pagina 1 en 2)
  2. Klaar? Probeer alvast brutowinst- en nettoresultaat opdrachten te maken (pagina 3 t/m 5)
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Brutowinst berekenen
Het Sophianum verkoopt kerststerren. De kerststerren worden ingekocht voor € 1,20 per stuk. Het Sophianum verkoopt in de maand december 600 kerststerren voor € 1,80 per stuk. Bereken het brutowinst.

STAPPENPLAN UITWERKING: 
  1. Brutowinst   = omzet - inkoopwaarde
  2. Omzet = 600 x € 1,80 = € 1.080
  3. Inkoopwaarde = 600 x € 1,20 = € 720
  4. Brutowinst = € 1.080 - € 720 = € 360


Slide 8 - Tekstslide

Nettoresultaat berekenen
Sophianum verkoopt in december 800 kerstbroden voor € 2,40 per stuk. Inkoopprijs is € 2,10. De bedrijfskosten in de maand december zijn € 0,20 per kerstbrood. Bereken het nettoresultaat voor het Sophianum in december.
STAPPENPLAN UITWERKING: 
1. Nettoresultaat = Brutowinst- bedrijfskosten
2. Brutowinst = Omzet – Inkoopwaarde
3. Omzet = 800 x € 2,40 = € 1.920
4. Inkoopwaarde = 800 x € 2,10 = € 1.680
5. Brutowinst = € 1.920 - € 1.680 = € 240
6. Bedrijfskosten = € 0,20 x 800 = € 160
7. Nettoresultaat = € 240 - € 160 = € 80

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
  1. Maken opdrachten brutowinst en nettoresultaat (pagina 4 t/m 6)
  2. Klaar? Doe even iets voor jezelf.
timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

€ 1,50 per kaassoufflée

Slide 11 - Tekstslide

Brutowinstmarge
  • Ik ga alleen kaassoufflées verkopen als ik verwacht winst te maken 
  • Inkoopprijs € 1,50
  • Ik wil 30% winst maken op de inkoopprijs
  • Dit noemen we de brutowinstmarge!
  • = 30/100 * € 1,50 = € 0,45 

Slide 12 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen (1)
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
  • Inkoopprijs € 1,80
  • Sophianum wil winst maken dus ze hanteren
    een brutowinstmarge van 40%.
  • Bereken de verkoopprijs
  1. Brutowinstmarge = 40 : 100 x € 1,80 = € 0,72
  2. Verkoopprijs = € 1,80 + € 0,72 = € 2,52

Slide 13 - Tekstslide

Verkoopprijs berekenen (2)
Brandon heeft een jaar geleden een Gaming-PC gekocht. Hij wilt deze nu met winst doorverkopen. De inkoopprijs was € 450. De brutowinstmarge bedraagt 30% van de inkoopprijs. 
a) Schrijf de formule op van de verkoopprijs
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
b) Bereken de verkoopprijs
  • Brutowinstmarge =  30:100 * € 450 = € 135 
  • Verkoopprijs = € 450 + € 135 = € 585
c) Wat gebeurt er als ik mijn brutowinstmarge verlaag naar 20%?
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

BTW
De verkoopprijs is niet hetgeen wat je in de winkel betaalt. Je moet ook btw betalen!
  1. Laag tarief: 9% (basisbehoeften)
  2. Hoog tarief: 21% (secundaire behoeften)

Slide 15 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen (1)
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een pinkpopkaartje bedraagt € 220 (exclusief btw). De btw bedraagt 21%.
  • Bereken de consumentenprijs
  1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 220 = € 46,20
  2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 220 + € 46,20 = € 266,20

Slide 16 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen (2)
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
  • Stel de verkoopprijs van een laptop bedraagt € 500 (exclusief btw). De btw bedraagt 21%.
  • Bereken de consumentenprijs

  1. Bereken btw =>                               21 : 100 x € 500 = € 105,00
  2. Tel btw op bij  verkoopprijs =>  € 500 + € 105 = € 605
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
  • maken opgaven 13 en 14 pagina 183
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd? 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de omzet berekenen
  2. ... de inkoopwaarde berekenen
  3. ... de brutowinst berekenen
  4. ... het nettoresultaat berekenen

Slide 20 - Tekstslide