smart

PES
Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat...​
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PES
Ezelsbruggetje voor het formuleren van de PES: ​
P → de zorgvrager is niet meer in staat...​
E → als gevolg van...​
S → wat zich uit in / wat blijkt uit...​



Slide 1 - Tekstslide

Werken met PES

Slide 2 - Tekstslide

P van Problemen
P: Probleem
Wat zegt je verpleegkundige (of klinische) blik of observatie over het probleem?
Welke klachten uit de patiënt?
Wordt de patiënt hierdoor beperkt in zijn doen en laten?

Slide 3 - Tekstslide

E van Ethologie
Ethiologie
Welke oorzaken herken je?
Zijn er overige factoren die invloed hebben op het probleem? Denk aan overig medicatiegebruik, traumatische ervaringen, maatschappelijke problemen?

Slide 4 - Tekstslide

S van Symptomen
Symptomen
Welke symptomen herken je?
Hebben deze symptomen gevolgen voor jouw patiënt?
Wat is de reactie van de patiënt?

Slide 5 - Tekstslide

De patiënt heeft doorlig-plekken omdat hij teveel op bed ligt
Omdat dit probleem niet PES geformuleerd is, kun je niet met zekerheid zeggen welke interventie je het beste kan treffen om de doorligplekken te behandelen en welke doel je moet stellen. Laten we dit probleem  volgens de PES-criteria formuleren.
 Probleem
De patiënt heeft doorlig-plekken.
De patiënt geeft aan pijn aan zijn stuit te hebben.
Etiologie
Dhr. ligt gem. 18 uur per dag op bed.
Dhr. heeft een slechte voedsel-intake.
Dhr. heeft een dunne huid door gebruik corticosteroïden.
Dhr. is elke nacht incontinent van urine.
Symptoom
Een vervelling met roodheid midden op de rug.
Een paarsrode open wond op de stuit.
Verharding van de huid op de stuit.

Slide 6 - Tekstslide

timer
0:30
Wat weten jullie van SMART doelen?

Slide 7 - Woordweb

SMART staat voor?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Op 1 december 2021 weeg ik 65 kilo
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 12 - Quizvraag

doelen belangrijk?

Slide 13 - Woordweb

Doelen zijn SMART geformuleerd. Waar zijn de doelen op gericht?

A
Proces
B
Actie
C
Bepaald resultaat
D
Inspanning

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 15 - Quizvraag

SMART wordt gebruikt voor:
A
Het schrijven van een ondersteuningsplan
B
Controleren of je je dagtaken op werk hebt uitgevoerd
C
Het formuleren van doelen

Slide 16 - Quizvraag

Maak de doelen SMART
Geef aan op welke manier ze wel SMART of juist niet SMART zijn

Slide 17 - Tekstslide

Volgend jaar wil Mw Janssen de Marathon gaan lopen

Slide 18 - Open vraag

Is dit Smart?
Over 2 maanden ben ik in staat om 
SMART doelen te maken volgens de richtlijnen en gebruik ik deze in mijn BPV verslagen

Slide 19 - Tekstslide

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Zie onderstaande doelen en maak ze smart!
Deze staan ook vermeld in de lesbrief.

Slide 21 - Tekstslide

Maak het volgende doel SMART:
Meneer Janssen wordt drie keer per week gedoucht. Hij vindt het lastig om zijn onderlichaam te wassen en wil hier graag ondersteuning bij. 

Slide 22 - Tekstslide

Maak de volgende vraag SMART:
Client Jansen van Zorggroep Charim, afdeling de meent wil graag meer contacten leggen met mede clienten de aankomende tijd. Ze houdt erg van zingen en van bingo doen. Welk doel zou je formuleren?

Slide 23 - Tekstslide

Vragen?

Slide 24 - Tekstslide