14 cours du 22 octobre

le 22 octobre
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

le 22 octobre

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs pour le 22 octobre
- fais 14, 15a, b, 16

- apprends voc A (p. 82, N-F & phrases-clés)

Slide 2 - Tekstslide

programme du 22 octobre
- retourner test
- corriger 14, 15ab, 16
- regarder 17
- parler 19 à tour de rôle
- finis jeu d'évasion 
- texte (Mac Donalds)
- les verbes p. 64

Slide 3 - Tekstslide

corriger
- corriger ensemble: 14d
- coriger du voisin: 15 & remplis 15c
- corriger de l'écran: 14bc, 16

Slide 4 - Tekstslide

devoirs
- fais ex 20, 21, 22, 23
- finis le texte de Mac Donalds, onderstreep de antwoorden in de tekst
- leer voc B (F-N, p. 83)

Slide 5 - Tekstslide

jeu d'évasion

Slide 6 - Tekstslide

texte MacDo

Slide 7 - Tekstslide

les verbes p. 64
- onderstreep/markeer ALLE onregelmatige vormen op p. 64
- apprends avec verbuga.eu
- domino avec les verbes

Slide 8 - Tekstslide

domino + verbes
- Schrijf 7 werkwoordsvormen op van p. 64
- zorg dat je elk werkwoord (devoir, atteindre, prendre, suivre), elke werkwoordstijd en elke persoon (je, tu, il/elle/on, nous, vous/ils/elles) minstens één keer gebruikt.
- Je gaat zo dadelijk in koppels  spelen

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

- Leerling A schrijft één van zijn werkwoordsvormen op een blaadje en streept deze op zijn/haar lijstje door
- leerling 2 probeert een vorm aan te sluiten; dat betekent dat van de drie aspecten tijd, persoon en betekenis, er TWEE aspecten HETZELFDE moeten zijn als het woord van de medeleerling, en er één aspect anders mag zijn, bijvoorbeeld il lit > il lisait (persoon, betekenis hetzelfde, tijd verschilt)
- Deze schrijft hij/zij onder de vorige op het lijstje  (en streep door).
- Je probeert zo snel mogelijk al je vormen weg te spelen, om te winnen.
- Als je niet kan, moet je een woord "pakken", dat doe je door op de volgende link te klikken: roulette werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld:

Na "vous craignez' kan je op 3 verschillende manieren antwoorden:

Je veranderd de tijd (maar je houdt wel craindre+vous)> vous craindriez/vous avez craint/ etc

Je verandert het werkwoord (je houdt wel de présent + vous): vous lisez of vous résolvez

Je verandert de persoon (maar het blijft présent + craindre) > je crains/nous craignons/etc.

Slide 11 - Tekstslide

les glaces
- choisis une recette sur le site:
- traduis-la en néerlandais
- explique ta recette en français à un
   camerade de classe

Slide 12 - Tekstslide

devoirs
- fais ex 20, 21, 22, 23
- finis le texte de Mac Donalds, onderstreep de antwoorden in de tekst
- leer voc B (F-N, p. 83)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide