4.3

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

4 VWO Economie (4.3)

programma

1. introductie
2. uitleg
3. aan de slag
4. slot

Black Friday

• Dag na Thanksgiving (Vrijdag)
• sinds jaren 80 verwijst black naar de overgang van zwarte naar rode cijfers van winkeliers
• 8% winst per jaar
  
• 11 maanden werk je voor belastingen, lonen personeel, huren, electra, etc.
  
• 1 maand is de ondernemer zelf (winst)
  

doel van de les

Opbouw van de vraagcurve en aanbodcurve beargumenteren.

Omschrijven wat er gebeurt (in theorie en praktijk)

introductie

• ons doel is de economische werkelijkheid te begrijpen.
• Hoe komt het dat POSTNL de prijzen verhoogd als de vraag daalt en een boetiek in Schiedam de prijzen verlaagd als de vraag daalt.
• Is 1 van de 2 gek?
  
• Nee, ze doen allebei precies wat moet als ze maximale winst willen maken.
• Hoe kan dat? Hoe werkt dat!
  

de perfecte markt

voorbeeld: aandelen markt!, v

volledige mededinging/volkomen concurrentie

• veel vragers, veel aanbieder
• homogeen product
• transparant
• lage toetredingsbarriere
  

www.iex.nl

de vraag: prijs stijgt >> vraag daalt!
teken dit verband in je schrift (5 minuten)

voorbeeld: aandelen markt!, v

volledige mededinging/volkomen concurrentie

• veel vragers, veel aanbieder
• homogeen product
• transparant
• lage toetredingsbarriere
  

het aanbod!

• Stel de prijs stijgt (dus vragers betalen meer voor jouw product). Wat doe je als aanbieder van hot dogs?
• Je gaat meer maken, je maakt immers meer winst en probeert dat te maximaliseren!
• Er komen nieuwe aanbieders op de markt erbij.  Het wordt rendabel voor meer aanbieders (loombandjes-voorbeeld)
• Conclusie: als de prijs stijgt dan stijgt het aanbod.
  

teken de aanbodlijn in jouw grafiek met de vraaglijn (5 minuten)

programma (deel 2)

1. introductie
2. uitleg
3. aan de slag
4. slot

Wie biedt?

Wie biedt?

• Zet de gegevens om in een grafiek
• Hoe bouw je de grafiek op?
• Welke as is P en welke as is Q?
  

vorige les, wat betekent het evenwicht in woorden/ in de praktijk? Is het te herkennen in de praktijk?

uitleg inzake wat hier gebeurt!

aan de slag

4.18 en 4.19

socrative

ga naar

schravenlanteconomie

slot

wat heb je geleerd?

Opbouw van de vraagcurve en aanbodcurve beargumenteren.