HVt1e - 3-2-23

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

3 februari 2023

Vandaag...

We herhalen aan de hand van een quiz de theorie van §1.3, §2.3 en §3.3

Daarnaa maak je de leestaak van §3.3 

Aan het eind van de les...

... weet je of je de partstof beheerst.

... weet je welke onderdelen je nog moet oefenen.

... heb je geoefend met leesvaardigheid.

Quiz

We doen nu een quiz.

De quiz bestaat uit 14 vragen.

Aan het eind van de quiz kun je voor jezelf goed bepalen welke onderdelen je goed beheerst en welke je extra moet oefenen.

Ik wil een eerste indruk krijgen van een tekst. Welke leesstrategie gebruik ik?

1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen

Ik wil een tekst begrijpen en precies weten wat erin staat. Welke leesstrategie gebruik ik?

1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen

Er zijn 3 manieren om een alinea te herkennen. Noem er minimaal 1.

Mijn driedelige Van Dale staat in de boekenkast.

1. Dit is een feit
2. Dit is een mening

De dikke Van Dale is het beste woordenboek.

1. Dit is een feit
2. Dit is een mening

Nederlands is niet moeilijk, je moet gewoon veel oefenen.

1. Dit is een feit
2. Dit is een mening

In de volgende dia's zie je steeds een signaalwoord. Kies steeds bij welk tekstverband het signaalwoord hoort.

enerzijds ... anderzijds

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

verder

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

evenwel

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

vervolgens

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

zowel ... als

1. opsommend
2. tijdsvolgorde
3. tegenstellend

Sleep de juiste onderdelen naar de juiste tekstopbouw

Tweedeling

Driedeling

Hoofdzaken

Bijzaken

Hoofdgedachte

Inleiding - kern

inleiding - kern - slot

Belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Belangrijke informatie

Minder belangrijke informatie

Als de laatste alinea ... informatie bevat, hoort deze bij de kern.

1. wel
2. geen

Mijn veel te goedgelovige overbuurvrouw liet de kwajongens binnen. Ze heeft het geweten, de jongens hebben haar hele huis vernield.

Waar verwijst 'ze' naar?

Einde van de quiz.

Oefenen!

Maak de leestaak (opd. 18 t/m 24) van §3.3

Tip: lees de teksten in je boek, zodat je kunt markeren.