StuVa Les 2

StuVa Les 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

StuVa Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les;

  • Ken ik de afkortingen van alle vakken.
  • Ken ik de afkortingen voor in mijn agenda.
  • Kan ik de afkortingen toepassen in mijn agenda.

Slide 2 - Tekstslide

Noem 5 afkortingen voor vakken op school die je al kent.

Slide 3 - Woordweb

Noem 3 afkortingen voor in je agenda die je al kent.

Slide 4 - Woordweb

Wat is de afkorting van het vak: Drama.
A
Dr
B
Drm
C
D
D
Dra

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de afkorting van het vak: Loopbaan Oriëntatie Begeleiding?

Slide 6 - Open vraag

Van welk vak is de afkorting N&G
A
Natuur en Biologie
B
Verzorging en Gezondheid
C
Natuur en Gezondheid
D
Natuurlijk en Gedaan

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je zo kort en duidelijk mogelijk deze toets op in je agenda?

Natuur en Gezondheid hoofdstuk 3 paragraaf 1 tot6
A
N&G H3 par 1 t/m 6
B
H3 1 t/m 6
C
Natuur en gezondheid hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 6
D
Natuur H3 paragraaf 1 t/m 6

Slide 8 - Quizvraag

Hoe schrijf je in je agenda:

Maken voor Wiskunde bladzijde 30, opdracht 7 tot en met 14
A
M. Wi. 7 t/m 14
B
Wiskunde: blz. 30 M. opdracht 7 tot 14.
C
Blz. 30 0pdr. 7 t/m 14 M Wi
D
Wi: Blz. 30 M. opdr. 7 t/m 14.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe schrijf je in je agenda:
Toets hoofdstuk 5 paragraaf 1 tot en met 3.
A
Toets! Hoofdstuk 5, par. 1 t/m 3.
B
T. Hfd. 5 Par. 1 t/m 3
C
Par. 1 t/m 3 Hfd 5 Toets
D
T. Par. 1 tot en met 3

Slide 10 - Quizvraag

Tips voor jouw planning!
 ✔ Noteer je huiswerk op de dag dat het af moet zijn!
✔ Kijk altijd twee weken vooruit.
✔ Bekijk op vrijdag wat je voor maandag af moet hebben.
Maak een weekplanning in je agenda: verdeel de dingen die     moet doen over de dagen die je hebt!
✔ Het is beter om elke dag een klein beetje te doen, dan  in 1     keer heel veel!

Slide 11 - Tekstslide

Stuva


  •  Pak je agenda
  •  en een pen/potlood

Slide 12 - Tekstslide


  • Staat er al huiswerk voor jou in voor morgen en de komende week?

  • Zorg dat je je agenda aan het eind van iedere les erbij pakt om huiswerk op te schrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Maak ruimte voor je planning

  • Het bovenste deel is om je huiswerk te noteren. Het   moet dan op die dag af zijn.

  • Het tweede deel, onder de streep, is je ‘to do’ lijst van   die dag. Hier schrijf je de planning op.


Slide 14 - Tekstslide

Plan je huiswerk/leerwerk
  1. Schrijf per dag op wát je gaat maken/leren.
  2. Begin met het huiswerk wat als eerste af moet.
  3. Ga na of je het moet verdelen in kleinere taken.
  4. Ga verder met het plannen voor het volgende vak. 
  5. Doe dit net zo lang tot alles is ingepland.


Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
  1. Schrijf voor volgende week, alle vakken op met afkortingen.
  2. Doe dit voor iedere dag van de week ma t/m vr.
  3. Schrijf daarbij huiswerk op als je dat al hebt.
  4. Gebruik hier ook de afkortingen voor.
  5. Klaar? Ga door naar de week daarna.
  6. Plan 5 weken vooruit tot de herfstvakantie.
  7. Schrijf de Herfstvakantie ook in je agenda: 19 t/m 27 okt.

Slide 16 - Tekstslide

Ik ken de afkortingen en kan ze toepassen in mijn agenda.
Ja, ik ken ze allemaal.
Ja, ik ken ze bijna allemaal.
Ja, maar ik moet er nog wel meer mee oefenen.
Nee, ik ken ze nog niet en ik moet er nog veel mee oefenen.

Slide 17 - Poll

Hoe goed ging de les?
Heb je de doelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Leerdoelen
Aan het eind van de les;

  • Ken ik de afkortingen van alle vakken.
  • Ken ik de afkortingen voor in mijn agenda.
  • Kan ik de afkortingen toepassen in mijn agenda.

Slide 19 - Tekstslide