WELLICHT voor V5

Deze en volgende week
- Werken aan poëzie
- Lezen in je boek
- Werken aan je presentatie
- Werken aan je Taaltalk
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze en volgende week
- Werken aan poëzie
- Lezen in je boek
- Werken aan je presentatie
- Werken aan je Taaltalk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Rode draad: vlammend taalgebruik. Welke woorden overtuigen / raken je? 
Maak in ieder geval een logline. Een zin waarin HET conflict van het verhaal staat in zorgvuldig gekozen woorden om interesse op te wekken. 

Een logline heeft als basisstructuur ʻWie, wat en hoe?ʼ
Wie zijn verhaal wordt verteld? / Wat is het probleem? / Hoe lost hij dit op?

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
“Een komisch portret van de jonge, straatarme Shakespeare die verliefd wordt op een vrouw en
geïnspireerd wordt tot het schrijven van ROMEO EN JULIA.” (SHAKESPEARE IN LOVE)
”Een ambitieuze FBI-agente roept de hulp in van een gestoorde ex-psychiater om een wrede
seriemoordenaar op te sporen.” (SILENCE OF THE LAMBS)
“Een verlegen, eenzaam jongetje vindt een buitenaards wezen. Hij zal moedig genoeg moeten zijn om het op te nemen tegen de autoriteiten en het wezen terug naar zʼn thuisplaneet te helpen." (ET)

Slide 4 - Tekstslide

Van saaie logline naar beeldende logline, door hem
specifieker te maken.
Saaie logline: “Een vrouw wil haar zus vermoorden”.
Interessantere logline: “Een door jaloezie verteerde vrouw wil haar zus vermoorden, omdat die getrouwd is met de man die zij wil afpakken.”

Maak deze voor jullie boek! Vertel dit in de inleiding. En voeg bijvoeglijk naamwoorden toe bij DE boodschap in jouw Taaltalk.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zag de inleiding van een presentatie er ook alweer uit?
A
Argument, standpunt / probleemstelling en de introductie van het onderwerp.
B
Binnenkomer, standpunt / probleemstelling, argumenten die in het middenstuk aan bod komen.
C
Binnenkomer, introductie van het onderwerp, argumenten die in het middenstuk aan bod komen.
D
Binnenkomer, introductie van het onderwerp, standpunt / probleemstelling.

Slide 6 - Quizvraag

En het slot? Welke 4 onderdelen zien we daar terug?
A
Een samenvatting die meerdere zinnen omvat, conclusie, advies en toekomstverwachting
B
Conclusie, samenvatting in labels, advies en uitsmijter
C
Samenvatting in labels, advies, toekomstverwachting en uitsmijter

Slide 7 - Quizvraag

Taalgebruik 'interessanter' maken.
Wat zie je hier gebeuren? Mijn wekker sleurde mij vanochtend meedogenloos de nieuwe schooldag in.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Understatement
D
Woordspeling

Slide 8 - Quizvraag

En hier? Het voetbalveld is zo groen als gras.
A
Antithese
B
Vergelijking
C
Metafoor
D
Personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Uren, dagen, maanden, jaren. Ze vliegen voorbij op school.
A
Eufemisme
B
Anticlimax
C
Climax

Slide 10 - Quizvraag

Het schip van de woestijn (waarmee je een kameel bedoelt)
Dit is een ...
A
Metafoor
B
Antithese
C
Sarcasme

Slide 11 - Quizvraag

Wat doen we elke eerste twintig minuten van de les ook alweer?
Als je docent Nederlands dit zegt dan is het een ....
A
Retorische vraag
B
Ironische opmerking
C
Sarcastische opmerking

Slide 12 - Quizvraag

Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
A
Opsomming
B
Climax
C
Anticlimax
D
Repetitio

Slide 13 - Quizvraag

Laatste onderdeel
Hoe vorm je nou een mening over je boek?
Jullie moeten namelijk vertellen of het gelezen boek de moeite waard is met goed onderbouwde LITERAIRE argumenten.

Slide 14 - Tekstslide

Structureel argument
Is de opbouw van het boek goed of slecht?
+ hoofdstuktitels goed gekozen?
+ is het gekozen perspectief passend?
+ (te) veel flashbacks
+ verhaallijnen komen samen aan het einde

Slide 15 - Tekstslide

Realistisch argument
Gebruik je als je het belangrijk vindt dat iets echt zou kunnen gebeuren of als iets juist heel erg ongeloofwaardig is.
+ zijn er autobiografische elementen
+ toekomstverhalen hebben altijd een link met de huidige maatschappij(problemen)
+ geloof je dat wat er gebeurt is, echt kan gebeuren?

Slide 16 - Tekstslide

Moreel argument
Gaat over wat jij aanvaardbaar of toelaatbaar vindt.
+ de strijd tussen goed en kwaad
+ criminele activiteiten
+ hoe ver mag je gaan bij verraad/leugens?

Slide 17 - Tekstslide

'Het voelt goed om te zien dat Adam eerst zelf een goed doel belazert en later in het verhaal iemand juist hem belazert.'
A
Moreel argument
B
Realistisch argument
C
Structureel argument

Slide 18 - Quizvraag

'Mooi om te zien dat de hoofdstuktitels van Het Diner naar voorgerecht, hoofdgerecht, enz. verwijzen. Dan weet je inhoudelijk ook wat er komen gaat.'
A
Moreel argument
B
Realistisch argument
C
Structureel argument

Slide 19 - Quizvraag

Vernieuwingsargument
Als het boek iets nieuws brengt.
+ het is vanuit een bijzonder perspectief geschreven
+ we krijgen een kijkje in een wereld die we anders nooit zouden leren kennen etc.

Slide 20 - Tekstslide

Emotivistisch argument
Heeft betrekking op jouw beleving van het verhaal.
+ was het meeslepend
+ werd je aan het denken gezet
+ kon je in de huid kruipen van de hoofdpersoon

Slide 21 - Tekstslide

'Zelfs neurologen vinden het knap dat J. Bernlef de dementerende ik-persoon zo goed heeft neergezet. Dat is nog nooit eerder gedaan.'
A
Structureel argument
B
Vernieuwingsargument
C
Emotivistisch argument
D
Moreel argument

Slide 22 - Quizvraag

'Bij het lezen voel je je keel dichtknijpen en die avond slaap je lastig in als je aan Eva denkt: hoe moet zij in godsnaam verder leven?'
A
Emotivistisch argument
B
Vernieuwingsargument
C
Realistisch argument
D
Moreel argument

Slide 23 - Quizvraag

Intentioneel argument
Is om aan te geven dat je de bedoeling van de auteur (het thema) begrijpt en goed / slecht vindt uitgewerkt.
+ begrip voor aandoeningen of culturele verschillen kweken
+ inzicht geven in gebruiken van andere landen
+ aandacht vragen voor vreselijke zaken als misbruik of jeugdtrauma

Slide 24 - Tekstslide

Stilistisch argument
Is om aan te tonen dat de stijl van de auteur bijzonder mooi / vreselijk is:
+ veel dialogen om het verhaal levendig te maken
+ de omgeving wordt goed omschreven
+ origineel taalgebruik / bijzondere woordkeuze
+ te lange zinnen / te langdradige beschrijvingen 

Slide 25 - Tekstslide

'De auteur laat haar personage nieuwe woorden verzinnen en dat is soms heel grappig.'
A
Intentioneel argument
B
Vernieuwingsargument
C
Stilistisch argument
D
Moreel argument

Slide 26 - Quizvraag

'Confettiregen is autobiografisch: iets wat ik fijn vind om te weten, want zo kan ik mijn leven met dat van de hoofdpersoon vergelijken.'
A
Vernieuwingsargument
B
Structureel argument
C
Intentioneel argument
D
Realistisch argument

Slide 27 - Quizvraag

'Uphoff heeft de taal gevonden om misbruik te verwoorden. Beklemmend én mooi.'
A
Stilistisch argument
B
Structureel argument
C
Realistisch argument
D
Emotivistisch argument

Slide 28 - Quizvraag

Deze en volgende week
- Werken aan poëzie: 7 feb deadline
- Lezen in je boek: formuleer eens een argument?
- Werken aan je presentatie: 30 jan of 6 feb aan de beurt!
- Werken aan je Taaltalk: 14 feb deadline

Slide 29 - Tekstslide