M&M Steden en dorpen blok 2

Waar gaat dit blok over? 
Steden zijn plaatsen waar mensen wonen en werken. Inwoners zijn vaak trots op hun stad. Soms heeft dat te maken met de geschiedenis van een stad. Ben jij ook trots op je stad, je dorp of de streek waar je vandaan komt?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar gaat dit blok over? 
Steden zijn plaatsen waar mensen wonen en werken. Inwoners zijn vaak trots op hun stad. Soms heeft dat te maken met de geschiedenis van een stad. Ben jij ook trots op je stad, je dorp of de streek waar je vandaan komt?

Slide 1 - Tekstslide

Les 1
  • voorbeelden noemen van Hanzesteden.
  • een voordeel voor steden noemen om lid te zijn van de Hanze.
  • uitleggen welke taak de gilden in de stad hadden.
  • uitleggen waarom de stadsbewoners stadsrechten wilden.




Slide 2 - Tekstslide

Samen sta je sterk 
Steden en gemeenten werken vaak samen. Dat doen ze met steden in de buurt, maar soms ook met een stad in een ander land. Die samenwerking is niet nieuw. In de tijd van steden en staten werkten bijna tweehonderd Noord-Europese steden samen in het Hanzeverbond. Ieder jaar was er een vergadering waarin de steden belangrijke afspraken maakten over munten, maten en gewichten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 6 - Quizvraag

Gilde 
In de tijd van steden en staten bestonden straatnamen en huisnummers nog niet. Om een huis te kunnen vinden, hadden veel huizen een gevelteken. Mensen met hetzelfde ambacht waren lid van een gilde. Leden van het gilde hielpen elkaar. Het gilde bepaalde de prijs van producten, controleerde de kwaliteit ervan en zorgde voor de opleiding van nieuwe ambachtslieden. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is een Gilde?
A
een handelaarsvereniging in de stad
B
een boerenvereniging op het platteland
C
een knutselvereniging op het platteland
D
een groep mensen met dezelfde ambacht in de stad

Slide 10 - Quizvraag

Noem twee taken van de Gilde

Slide 11 - Open vraag

Vrije steden 
In de tijd van steden en staten werden de steden steeds groter en rijker. De inwoners moesten gehoorzamen aan een heer. Die edelman bepaalde de regels en strafte je als je iets deed wat niet mocht. Omdat de inwoners zelf de baas wilden zijn, maakten de heer en de stad afspraken, die stadsrechten heten. 

Slide 12 - Tekstslide

Stadsrechten 
Stond in dat:
  1. Stad krijgt een eigen bestuur 
  2. Er mag een markt worden georganiseerd
  3. Er mocht een muur worden gebouwd om de stad
In ruil daarvoor moesten de steden belasting betalen aan de heer en hem helpen als er oorlog was. De stad werd populair want mensen hadden er meer vrijheid dan op het platteland. 


Slide 13 - Tekstslide

Waarom zou een stad stadsrechten willen?
A
Dan hoefden ze geen belasting meer te betalen.
B
Dan mochten ze handel drijven met andere steden.
C
Dan mochten ze hun eigen wetten bedenken.
D
Dan moest de heer een stadsmuur voor ze bouwen.

Slide 14 - Quizvraag

Les 2
  • uitleggen dat je werk vroeger vaak bepaalde hoe je huis eruitzag.uitleggen dat kenmerken van bewoners en een wijk met elkaar te maken hebben.
  • uitleggen hoe woonwijken in een achterstandswijk kunnen veranderen.
  • voorbeelden noemen hoe buurten en wijken kunnen verbeteren.


Slide 15 - Tekstslide

Forens 
In Nederland wonen de meeste mensen op een andere plek dan ze werken. Iedere dag reizen mensen van hun woonplaats naar hun werk. Iemand die dat doet, is een forens.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een FORENS?
A
Iemand die veel in de file staat.
B
Iemand die reist tussen de plaats waar hij woont en de plaats waar hij werkt.
C
Iemand die buiten de stad woont.
D
Iemand die in de stad woont.

Slide 17 - Quizvraag

Dicht bij je werk 
Toen steden ontstonden, woonden mensen meestal op de plek waar ze werkten. Je werk bepaalde hoe je huis eruitzag. Bij vissershuisjes werden de netten opgeslagen en gerepareerd. Op kleine boerderijen leefden mensen en dieren in dezelfde ruimte. De familie van de bakker sliep boven de bakkerij. Ook nu wonen mensen nog weleens op dezelfde plek als waar ze werken. In arme landen wonen mensen meestal dicht bij hun werk. 

Slide 18 - Tekstslide

Geef een voorbeeld hoe je werk vroeger bepaalde hoe je huis eruitzag

Slide 19 - Open vraag

Wijken en buurten 
De laatste honderd jaar zijn de steden in Nederland snel gegroeid. Er zijn steeds nieuwe wijken gebouwd. En omdat er ook steeds nieuwe eisen waren aan de huizen, zijn er grote verschillen tussen wijken. Wie dat kan, verhuist naar een betere wijk.

Slide 20 - Tekstslide

Verpaupering 
De mensen die in de oude wijk achterblijven, hebben vaak een laag inkomen en dus niet veel geld voor onderhoud en verbetering van de woningen. Omdat ze minder kopen, verdwijnen er winkels. Werkloosheid, verveling en misdaad nemen toe. Soms worden oudere wijken op die manier achterstandswijken. Dat heet verpauperen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

leg uit hoe een woonwijk in een achterstandswijk kan veranderen

Slide 23 - Open vraag

Stedelijke vernieuwing 
Door verpaupering worden de huizen goedkoper. Dat kan het begin zijn van verbetering, vooral als de wijk een bijzondere bouwstijl heeft of centraal ligt in de stad. De gemeente en de mensen die zo’n wijk aantrekkelijk vinden, gaan de wijk opknappen. Zulke verbeteringen heten stedelijke vernieuwing.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is stedelijke vernieuwing?
A
Samengaan van verschillende groepen in een samenleving.
B
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.
C
Het vernieuwen van woonwijken in een stad, zodat de leefbaarheid verbetert
D
Slechte huizen afbreken en er nieuwe huizen voor in de plaats bouwen.

Slide 25 - Quizvraag