Ch. 1 C + D xxxx

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bienvenue dans la classe de Français!
Le programme d'aujourd'hui: 
  • On va contrôler les devoirs
  • On va Parler ensemble
  • On va parler du SO
Le but de ce cours: Je kunt iemand begroeten en jezelf voorstellen.

Slide 4 - Tekstslide

Naar de les Frans neem je ALTIJD mee:

  • Ton livre (je boek) (attention: boek A!)
  • Ton cahier (je schrift) 
  • Un stylo bleu et rouge (een blauwe/rode pen)
  • Tes écouteurs (je oortjes) 

Slide 5 - Tekstslide

Les règles de classe:
  • Jas, eten & gamen: Buiten de les!! 
  • We zorgen goed voor het lokaal en de spullen die erin staan.
  • We praten vriendelijk met/tegen elkaar.
  • We luisteren naar elkaar en wanneer ik jullie aandacht wil, zijn jullie stil.
  • Wanneer je iets wilt vragen/zeggen -> vinger omhoog. 
  • Let op het stoplicht!! ->

Slide 6 - Tekstslide

Le SO
Leer de woordjes, zinnen en grammatica van Bron A, B, C, D, E van Ch. 1 (pages 52-55) Frans-Nederlands & Nederlands-Frans.

La date: 21 of 22 septembre 

Slide 7 - Tekstslide

Les devoirs + dernier cours
Bron B Helemaal => samen de zinnen lezen.
ex. 10d, 11a, b (pages25-29)
contrôler Bron B

On fait 12a, b ensemble


Slide 8 - Tekstslide

Les phrases de Bron B
On lit les phrases


Slide 9 - Tekstslide

Phrases-Clés
Quoi:On lit 13a, b, c, d. ensemble 
Quoi (wat): Fais ex. 14 avec ton voisin/ta voisine
Comment (hoe): avec ton voisin/ta voisine
Temps: 10 minutes
Prêt: fais ex. 16a (page 32)



Slide 10 - Tekstslide

La grammaire
Quoi: On fait 16a seul
écris dans le livre:
le, la, l', les = ?
un, une = ?
Waarom => l'ami

Fais ex. 16c, d, 17a



Slide 11 - Tekstslide

La grammaire 
Prends ton cahier: Vul in het Frans in : De/het
..... chat
...... fille
...... France
....... oncle
...... hôtel 
...... vacances

Slide 12 - Tekstslide

La grammaire 
exercer (oefenen) prends ton cahier.
zet deze woorden in meervoud:
La piscine
Le garçon
l'hôtel

Slide 13 - Tekstslide

La grammaire
Quoi (wat): On fait ex 17a, b  ensemble

Emily à Paris (14:52-   Après on fait 17c (écouter)

Comment (hoe): seul
Temps (tijd): 5 minutes
Prêt (klaar): fait ex. 17 d, e.



Slide 14 - Tekstslide

Fin du cours
Le but de ce cours... 

À la prochaine fois!!

Slide 15 - Tekstslide

le dos
la gorge
le ventre
la jambe
la main
le pied
la tête
le bras
accro
mauvais(e)
de rug
de keel
de voet
de hand
het been
het hoofd
de buik
de arm
verslaafd
slecht

Slide 16 - Sleepvraag