Interpunctie

Spelling

Interpunctie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling

Interpunctie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg over interpunctie
Klassikaal oefenen
Opdracht
Profielschets + ruimte omschrijving bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les
Na deze les weet je hoe je verschillende leestekens moet gebruiken.
Na deze les weet je wat de functie is van de verschillende leestekens

Slide 3 - Tekstslide

Welke leestekens ken je?

Slide 4 - Open vraag

Komma's

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 6 - Open vraag

Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden
Een mooie, glimmende stoel.

Slide 7 - Tekstslide

Welke is juist?
A
Een bruine, leren bank
B
Een bruine leren bank
C
Een mooie grote foto
D
Een mooie, grote foto

Slide 8 - Quizvraag

In een opsomming
Ik twijfel of ik mijn muur blauw, wit of geel moet verven.

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk zelf een opsomming. Plaats hierbij de komma's op de juiste plek.

Slide 10 - Open vraag

Achter een briefaanhef
Lieve zus,
Beste meneer,

Slide 11 - Tekstslide

Rondom een aanspreking
Lieke, waar ben je?
Wat kost die bank, mevrouw?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar staat de komma op de goede plek?
A
Jolijn, let je op?
B
Let je ook op, Tirza?
C
Vind je deze les leuk Maud?
D
Iris snap je het?

Slide 14 - Quizvraag

Tussen twee persoonsvormen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een persoonsvorm?

Slide 16 - Open vraag

Als je de woonkamer binnenkomt, zie je aan je rechterkant de bank.
Wie dit al goed snapt, maakt straks geen fouten meer met komma's

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer een dubbele punt?
Voor een opsomming. - Voor morgen staat op het programma: .......
Voor een direct citaat. - Julia zei:.....
Voor een verklaring of toelichting - In de volgende zin staat een voorbeeld: Het voorbeeld is....

Slide 18 - Tekstslide

Voor een conclusie - Samengevat: Het was een geweldig interieuradvies...
Voor een gedachte. Ik dacht: Dat lukt nooit...

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer een puntkomma?
- Je schrijft een puntkomma tussen twee zinnen. 
- Eigenlijk sluit je de eerste zin af, maar tegelijkertijd laat je zien dat de zin iets te maken heeft met de zin die daarna komt. 

Slide 20 - Tekstslide

Beginnen jullie maar vast; ik ben iets later

Slide 21 - Tekstslide

Oefenzinnen

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf een tekst over wat jij deze opleiding allemaal hebt geleerd. 

- Gebruik leestekens in deze tekst.
- Minimaal 200 woorden. 
- 15 minuten. 
- Zelfstandig

Slide 23 - Tekstslide

Haal nu alle leestekens uit jouw tekst. 

Slide 24 - Tekstslide

Wissel je tekst met je buurman / buurvrouw.
- Schrijf alle ontbrekende leestekens in de tekst.

Slide 25 - Tekstslide