schrift in mijnschrift.nl aanmaken (aparte powerpoint)
Zelf aan de slag.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Agenda
Terugblik paragraaf 1.3
Leerdoelen paragraaf 1.4 Kom je uit met je geld?
Uitleg paragraaf 1.4
schrift in mijnschrift.nl aanmaken (aparte powerpoint)
Zelf aan de slag.
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 1.4
Welke soorten inkomens er zijn
Wat een begroting is
Welke soorten uitgaven er zijn
Hoe je bedragen omrekent van week naar maand en van maand naar week
Wat reserveren is en hoe je dat berekent. (volgende les)
Slide 2 - Tekstslide
Drie soorten inkomens
Loon of salaris: ontvang je als je voor een baas werkt.
Winst: is je inkomen als je een eigen bedrijf hebt.
Een uitkering: ontvang je van de overheid. Bijvoorbeeld als je werkloos of arbeidsongeschikt bent. Ouders van kinderen onder de achttien krijgen kinderbijslag.
Slide 3 - Tekstslide
Van welk soort inkomen weet je van te voren niet hoeveel het is?
timer
0:20
A
loon
B
winst
C
salaris
D
uitkering
Slide 4 - Quizvraag
Leg met een voorbeeld uit dat iemand meerdere soorten inkomen tegelijk kan hebben.
timer
2:00
Slide 5 - Open vraag
Formule :
omrekenen van week naar maand
Slide 6 - Tekstslide
Hoe bereken je een bedrag per maand om naar een bedrag per week?
timer
1:00
Slide 7 - Open vraag
Geef uit je hoofd het juiste antwoord: 80 euro per maand is
timer
0:20
A
meer dan 20 euro per week
B
minder dan 20 euro per week
C
precies 20 euro per week
Slide 8 - Quizvraag
3 soorten uitgaven
Vaste lasten: Uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen, zoals huur, abonnement, contributie.
Huishoudelijke uitgaven of dagelijkse uitgaven Uitgaven voor het huishouden, voor persoonlijke verzorging, cadeautjes en uitgaan.
Incidentele uitgaven; Meestal grote uitgaven die je af en toe doet, zoals aanschaf van kleding, apparaten of vakantie.
Slide 9 - Tekstslide
Uitkomen met je inkomen
Begroting: is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode.
Slide 10 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Lees paragraaf 1.4
Maak opgave 46 t/m 49 en 51 t/m 54
Klaar kijk de opgaven na met een andere kleur pen. Zet de juiste antwoorden in je schrift.
Leer samenvatting en begrippen 1.1 t/m 1.4 (tot reserveren) blz 26 en 27 boek.
Slide 11 - Tekstslide
Agenda les
Klassikaal ophalen par 1.4 deel 1
Uitleg reservering
klassikaal schrift aanmaken in mijnschrift.nl
Zelf aan de slag
Slide 12 - Tekstslide
Wat hoort bij elkaar?
a. loon
b. uitkering
c winst
1. Eigen bedrijf
2. werken voor een baas
3. overheid
Slide 13 - Tekstslide
Welke 3 soorten uitgaven zijn er?
Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven
Incidentele uitgaven
Op welke kun je moeilijk besparen?
Slide 14 - Tekstslide
Hoe reken je van maand naar week en andersom?
Slide 15 - Tekstslide
Formule :
Reserveringen per maand (nodig voor incidentele uitgaven)
Slide 16 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Lees paragraaf 1.4 laatste deel
Maak opgave 55
Klaar kijk opgaven paragraaf 1.4 na met een andere kleur pen. Ook eerdere paragrafen dus 1.1 t.m 1.4.
Zet de nagekeken opgaven in mijnschrift.nl
Klaar start met de rekenopgaven hst 1 vanaf blz 34