1.4 Hoe ga ik om met verschillen?

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Omgaan met verschillen

1.4 Hoe ga ik om met verschillen?

Doelen:

- Je kent drie manieren waarop de samenleving met verschillen tussen mensen omgaat. 

- Je kunt uitleggen hoe jij zelf met verschillen tussen mensen omgaat. 

- Je bent je bewust van het verbod op discriminatie. 

Bekijk opdracht 1 (blz. 32)

Wat zie je op de foto? Beschrijf in 1 zin.

Foto

Je wilt op de foto een Nederlandse eetgewoonte laten zien. Wat zou jij dan kiezen? Wat is daar dan op te zien?

Hoe gaat men om met verschillen?

Nederland: 

- 18 miljoen inwoners, waarvan bijna 2 miljoen niet in Nederland geboren.

- 200 verschillende nationaliteiten. 

Hoe gaan wij daar mee om??? 

3 manieren:

Je vindt iemand goed zoals hij of zij is. De ander hoort er helemaal bij, ondanks de verschillen. 

Je vindt iemand goed zoals hij of zij is. De ander hoort er helemaal bij, ondanks de verschillen. 

Voorbeeld: Aya uit Syrië heeft al snel vriendinnen gemaakt op haar nieuwe school in Nederland.

Je respecteert verschillen en laat iemand in zijn waarde. 

Je hoort beiden tot een andere groep en dat is prima.

Je doet je best om samen te leven. 

Je respecteert verschillen en laat iemand in zijn waarde. 

Je hoort beiden tot een andere groep en dat is prima.

Je doet je best om samen te leven. 

Voorbeeld: Mohamed is moslim. Zijn klasgenoot Avram is Joods. Ze kunnen prima na school samenwerken aan een project.

Je accepteert de verschillen tussen jou en de ander niet. Je ziet de ander als buitenstaander, als iemand die er niet bij hoort.

Voorbeeld: Olivia wil geen vrienden zijn met Nova, omdat Nova op vrouwen valt.

Aan de slag

Maak hoofdstuk 1.4 van burgerschap.

Begin bij opdracht 3. 

Kijk of je 1.1 t/m 1.3 nog kan afmaken.