1.4 Lenzen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

1.4 Lenzen

§ 1.3 en 1.4 Lenzen en spiegels  op blz 20

Leerdoelen

• Je kunt lichtstralen door een positieve lens construeren.
  
• Je kunt uitleggen wat een reëel beeld is.
  
• Je kunt met een positieve lens een reëel beeld construeren van een voorwerp.
  
•  Je kunt uitleggen wat de voorwerpsafstand en de beeldafstand zijn.
  
•  Je kunt de vergroting door een positieve lens berekenen.

Lenzen

voorbeelden:

bril

in fototoestel

vergrootglas

lens in oog

lens op oog

Lichtbronnen

• Puntbron: Licht komt uit een bron.

• Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  

• Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe

• Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar. lopen evenwijdig

                                      (laser)

We kennen drie soorten lichtbundels

Divergente lichtbundels

• De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

• Dit is een bundel die steeds groter wordt. 
  

• Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.
  

Evenwijdige lichtbundel

• Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

• Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 
  

• Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.
  

Convergerende lichtbundel

• Deze lichtbundel wordt steeds kleiner.
• Op de foto hiernaast zie je links    de lichtstralen evenwijdig op           een bolle lens invallen. Deze gaan achter de lens (rechts) convergerend verder.
  

Hoe noem je deze lichtbundel?

1. Convergent
2. Evenwijdig
3. Divergent

Hoe noem je deze lichtbundel?

1. Convergent
2. Evenwijdig
3. Divergent

Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?

1. convergent
2. divergent
3. evenwijdig
4. parallel

Wat is juist voor lens 1 (boven) en lens 2 (onder)?

1. lens 1 is boller dan lens 2
2. lens 2 is sterker dan lens 1
3. lens 1 heeft een kortere hoofdsas dan lens 2
4. geen van bovenstaande uitspraken is juist

Wat is waar voor een positieve lens?

1. deze is hol
2. deze convergeert lichtstralen
3. deze is aan de randen breder dan in het midden
4. deze maakt altijd een reeel beeld

In de figuur hiernaast zie je een bundel licht die door een lens gaat.

Wordt hier een positieve of een negatieve lens gebruikt?

1. positieve
2. negatieve

Beeld Construeren

Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp. 

phet.colorado.edu

Constructielijn 1:  Vanuit het voorwerp tot de lens evenwijdig aan hoofdas, aan de andere kant
                                      van de lens door het brandpunt.

Constructielijn 2: Vanuit het voorwerp een rechte lijn door het optisch midden.

Constuctielijn 3:  Vanuit het voorwerp tot de lens door het brandpunt, aan de andere kant van de
                                     lens evenwijdig aan de hoofdas.