Inrichting van de Parlementaire democratie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Inrichting Parlementaire democratie

Leerdoelen deze les

1. Je kan uitleggen hoe belangrijk 'kiesrecht' is voor de Nederlandse parlementaire democratie.

2. Je kan uitleggen wat het verschil is tussen actief kiesrecht en passief kiesrecht.
3. Je kan omschrijven wat er bij wet geregeld is rondom de parlementaire democratie.

4. Je kan minimaal 3 instituties uitleggen die passen bij de parlementaire democratie.

(5. Je kan minimaal 2 instellingen benoemen die de instituties waarborgen.)

Het belang van kiesrecht

Links                                           Midden                                        Rechts

Inspraak                                   Kiesrecht                                    Daadkracht

                                Parlementaire democratie

Sociaal-democratie                                                                    Liberalen

Kiesrecht

Actief: recht om te kiezen

Passief: recht om gekozen te worden

Wetten

-De 2 soorten kiesrecht

-Recht op vereniging

-Recht op vergadering en betoging (demonstratie)

Instituties van de parlementaire democratie

Hoe richten wij onze parlementaire democratie in?

-Scheiding tussen kerk en staat

-Verkiezingen Tweede Kamer

-Scheiding der machten

-Poldermodel

Instellingen

Voor de institutie 'scheiding der machten' -> bijvoorbeeld

Tweede Kamer en Rechtbank

 

LessonUp

Een vrouw staat op plek 11 van de kandidatenlijst van een politieke partij. Ze stemt zelf op de fractievoorzitter.
Deze vrouw maakt gebruik van..........

1. Actief kiesrecht
2. Passief kiesrecht
3. Actief en passief kiesrecht

Wat is geen voorbeeld van je kiesrecht gebruiken?

1. Je stemt bij de Tweede Kamerverkiezingen op iemand van GroenLinks
2. Je doet mee aan een demonstratie om beleid te veranderen.
3. Je staat op de kandidatenlijst van de PVV.
4. Je machtigt je moeder om voor jou te stemmen.

In artikel 8 van de grondwet staat het recht op vereniging.
Wat is de essentie van dit recht?

1. Dat je je mag aansluiten bij een bestaande sportvereniging.
2. Dat je zelf een politieke vereniging mag oprichten.
3. Dat je mag samenkomen om politieke ideeën uit te wisselen.
4. Dat je bij elke vereniging mag deelnemen aan de bestuursvergadering.

Wat valt er niet onder het recht van vergaderen?

1. Een samenkomst in de wijk voor de viering van een jubileum.
2. Een demonstratie op straat tegen abortus.
3. Een betoging voor de verhoging van salarissen voor leraren
4. Een vergadering bij politieke partij het CDA.

Kiesrecht met inspraak past beter bij politiek links.

1. Waar
2. Niet waar

De 'scheiding der machten' is een van de instituties die passen bij de parlementaire democratie.

1. Waar
2. Niet waar

Waarom past het poldermodel bij de Nederlandse parlementaire democratie?

1. Omdat het poldermodel alleen maar met de politiek te maken heeft.
2. Omdat het politieke systeem gekoppeld wordt aan het landschap van een land.
3. Omdat het weergeeft hoe Nederland internationaal werkt in de politiek.
4. Omdat dat de manier is van een politieke meerderheid vormen in Nederland.

Wat is rondom de Tweede Kamerverkiezing een formele manier van politici beoordelen?

1. Debatten kijken
2. Opiniepeilingen volgen
3. Stemmen op een Tweede Kamerlid
4. Kieswijzer invullen

Er is een speciale instelling die de scheiding der machten in Nederland waarborgt.

1. Waar
2. Niet waar

Opdrachten maken of nakijken

Had je bij de quiz 6 of meer goed?

-> dan ga je opdrachten 7 en 9 maken van bladzijde 130 + 132

Had je er dit keer minder dan 6 goed?

-> dan ga je samen met mij de eerdere gemaakte opdrachten nakijken.

Leerdoelen deze les

1. Je kan uitleggen hoe belangrijk 'kiesrecht' is voor de Nederlandse parlementaire democratie.

2. Je kan uitleggen wat het verschil is tussen actief kiesrecht en passief kiesrecht.
3. Je kan omschrijven wat er bij wet geregeld is rondom de parlementaire democratie.

4. Je kan minimaal 3 instituties uitleggen die passen bij de parlementaire democratie.

(5. Je kan minimaal 2 instellingen benoemen die de instituties waarborgen.)