Les 2.4 Verbrandingsreacties

Les 2.4 Verbrandingsreacties
1 / 71
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 71 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2.4 Verbrandingsreacties

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Nakijken 5, 6, 8, 9, 11 en 12 (vanaf blz 79)
  • 2.4 Verbrandingsreacties
  • Maken opgaven


Slide 2 - Tekstslide

Nakijken: 5, 6, 8, 9, 11 en 12 
(vanaf blz 79)

Slide 3 - Tekstslide

5
  • a) Voor de pijl staan andere moleculen getekend dan na de pijl. Voor de pijl staat één soort molecuul. Dit moet dan een ontledingsreactie zijn.
  • b) Voor de pijl staan twee soorten moleculen getekend. Na de pijl staan dezelfde moleculen apart van elkaar getekend. Omdat de moleculen niet zijn veranderd, is dit geen chemische reactie maar een scheidingsmethode.

Slide 4 - Tekstslide

5
  • c) Voor de pijl staan twee soorten moleculen, na de pijl twee andere soorten moleculen. Omdat de moleculen zijn veranderd, is dit een chemische reactie. Maar het is geen ontledingsreactie, omdat er meer dan één soort molecuul voor de pijl staat. 

Slide 5 - Tekstslide

6
  • a) Omdat een tosti-ijzer erg heet wordt, is dit een ontledingsreactie van het brood (thermolyse).
  • b) Het zonlicht kan de kleurstoffen in de gordijnen ontleden, waardoor de kleuren verbleken. Het is dus een fotolyse.
  • c) Omdat uit aluminiumerts door de toevoer van elektrische energie twee andere stoffen ontstaan, moet dit een elektrolyse zijn.
  • d) Het strijkijzer maakt het wasgoed plaatselijk zó heet dat er thermolyse plaatsvindt.

Slide 6 - Tekstslide

8
  • a) C(s) + O2(g) → CO2(g)
  • b) C(s) + CO2(g) → 2 CO(g)
  • c) C(s) + H2O(g) → CO(g) + H2(g)
  • d) links/rechts bij elkaar: C(s) + O2(g) + C(s) + CO2(g) → CO2(g) + 2 CO(g)
  •       formules bij elkaar zetten:2 C(s) + O2(g) + CO2(g) + → CO2(g) + 2 CO(g)
  •       CO2 links en rechts wegstrepen: 2 C(s) + O2(g) → 2 CO(g)
  • e) 8 CO(g) + 17 H2(g) → C8H18(l) + 8 H2O(l)

Slide 7 - Tekstslide

9
  • a)  2 C(s) + TiO2(s) + 2 Cl2(g) → 2 CO(g) + TiCl4(s)
  • b) TiCl4(s) + 2 Mg(s) → Ti(s) + 2 MgCl2(s) 

Slide 8 - Tekstslide

11
  • a)  Uit de beschrijving blijkt dat er alleen water reageert, dus voor de reactiepijl staat slechts één stof. Het moet dus een ontledingsreactie zijn. Omdat er voor het verlopen van de reactie een toevoer van elektrische energie nodig is, moet dit een elektrolyse zijn.
  • b) Watermoleculen bevatten twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Daaruit kunnen de elementen H2(g) en O2(g) ontstaan. Dit zijn beide gassen.

Slide 9 - Tekstslide

11
  • c) 2 H2O(l) → 2 H2(g) + O2(g)
  • d) 2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(g)
  • e) Als er schone elektrische energie beschikbaar is, bijvoorbeeld van windmolens of zonnepanelen, kan uit water waterstofgas en zuurstofgas worden geproduceerd. Na transport kan dit waterstofgas worden gebruikt om energie te leveren voor de industrie, verwarming van huizen en verkeer. Uit deze proef blijkt dat voor de productie alleen de grondstof water nodig is en dat bij gebruik alleen water vrijkomt, wat geen milieuschade kan opleveren.

Slide 10 - Tekstslide

12
  • a) C5H8N4O12(s) → 2 CO(g) + 3 CO2(g) + 4 H2O(g) + 2 N2(g)
  • b) 4 C3H5N3O9(s) → 12 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g)
  • c) 4 C7H5N3O6(s) → 21 C(s) + 7 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g)

Slide 11 - Tekstslide

2.4 Verbrandingsreacties
  • Je kunt uitleggen wat een verbrandingsreactie is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een volledige en een onvolledige verbranding en kent de gevaren van onvolledige verbranding.
  • Je kunt uitleggen hoe je de aanwezigheid van waterstof, zuurstof, koolstofdioxide en water kunt aantonen.
  • Je kent de drie voorwaarden voor verbranding en brengt deze in verband met blusmethoden.

Slide 12 - Tekstslide

Voorwaarden voor verbranding
Drie voorwaarden voor een verbranding/ verbrandingsvoorwaarden:
  • Brandstof (brandbare stof)
  • (voldoende) zuurstof
  • Ontbrandingstemperatuur: brandstof op ontbrandingstemperatuur brengen.





Slide 13 - Tekstslide

Lucht
Samenstelling van lucht: 
  • stikstof 78%
  • zuurstof 21%
  • edelgassen (argon) 1%
  • koolstofdioxide 0,04%
  • waterdamp (afhankelijk)

Slide 14 - Tekstslide

Brandstoffen 
Fossiele brandstoffen:
  • Aardgas
  • Aardolie
  • Steenkool





Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Verbrandingsproducten
  • Verbrandingsproducten: reactieproducten die bestaan bij een verbranding. 

  • Opdracht: zoek verschillen én overeenkomsten. 
  • Verbranding aardgas: CH4 + 2 O2 → CO2 + 2 H2O
  • Verbranding benzine: 2 C8H18 + 25 O2 → 16 CO2 + 18 H2O

Slide 17 - Tekstslide

Verbrandingsproducten
Brandstof bevat de atoomsoort
Verbrandingsproduct
C
-->
CO2
H
-->
H2O
S
-->
SO2

Slide 18 - Tekstslide

Oxiden
Oxide: verbinding met zuurstof
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Zwaveldioxide (SO2)
  • Water (H2O)

Slide 19 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding
Volledige verbranding: voldoende zuurstof aanwezig. Reactieproducten:
  • CO2 (g)
  • H2O (g)
  • (en eventueel andere oxiden)
Onvolledige verbranding: onvoldoende zuurstof aanwezig. Reactieproducten:
  • CO (g) en/of
  • C/roet (s)
  • H2O (g)

Slide 20 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding

Slide 21 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding
Volledige verbranding: voldoende zuurstof aanwezig. Reactieproducten:
  • CO2 (g)
  • H2O (g)
  • (en eventueel andere oxiden)
Onvolledige verbranding: onvoldoende zuurstof aanwezig. Reactieproducten:
  • CO (g) en/of
  • C/roet (s)
  • H2O (g)

Giftig gas! Ook reukloos, kleurloos, brandbaar! VENTILEREN!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Verbrandingsproducten bevatten altijd de atoomsoort:
A
O
B
H
C
C
D
S

Slide 28 - Quizvraag


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H6 zijn:
A
C, H, S
B
CO2,H2O
C
SO2,H2O
D
CO,H2O

Slide 29 - Quizvraag


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H5S zijn:
A
C, H, S
B
CO2,H2O,SO2
C
CO2,H2O
D
CO2,H2O,S

Slide 30 - Quizvraag


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C15H32 zijn:
A
CO,CO2
B
CO2,H2O,SO2
C
H2O
D
CO2,H2O

Slide 31 - Quizvraag

Brandstoffen 
Fossiele brandstoffen:
  • Aardgas
  • Aardolie
  • Steenkool





Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

aardgas
  • Aardgas is een mengsel: voornamelijk methaan (CH4), en een beetje stikstof (N2) en koolstofdioxide (CO2).
  • Aardgas en reuk- en kleurloos
  • Geurstof

Slide 34 - Tekstslide

Oefening
Stel de reactievergelijking op, voor de verbranding van aardgas. 

Slide 35 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 36 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Aantonen van zuurstof
Zuurstof kan worden aangetoond met een gloeiende houtspaander. Dit is een stukje hout dat nog aan het nagloeien is nadat het met een vuurtje is aangestoken en vervolgens is uitgeblazen. Als je een reageerbuis omgekeerd houdt en er een gloeiende houtspaander in steekt, dan gloeit deze op of begint hij zelfs te vlammen.

Slide 39 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide



Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Aantonen van waterstof
Waterstof kan worden aangetoond met een vlammetje. wanneer je waterstof in een omgekeerde reageerbuis opvangt en er een vlammetje bijhoudt, dan hoor je een typisch blafgeluid. Deze proef wordt daardoor de knal(gas)proefgenoemd.

Slide 42 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 43 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Aantonen van water
Water kan worden aangetoond met wit kopersulfaat . Wanneer wit kopersulfaat aan water wordt toegevoegd, kleurt het water blauw. 

Slide 46 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.
  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren


Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Aantonen van koolstofdioxide
Koolstofdioxide kan worden aangetoond met helder kalkwater. Wanneer je koolstofdioxide door kalkwater leidt, wordt het troebelwit

Slide 49 - Tekstslide

Welk reagens wordt gebruikt voor het aantonen van:
Zuurstof (O2)
Koolstofdioxide (CO2)
Water (H2O)
Waterstof (H2)
Helder kalkwater
Wit kopersulfaat
Gloeiende houtspaander
Blafgeluid

Slide 50 - Sleepvraag

Samenvattend: 4 aantoningsreacties

Slide 51 - Tekstslide

ook samenvattend: 4 aantoningsreacties, maar dan KORTER!

Slide 52 - Tekstslide

Brand
  • Brand: een ongecontroleerde verbrandingsreactie.
  • Explosie: een hele snelle en hevige verbrandingsreactie

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video

Brand blussen
Eén van de verbrandingsvoorwaarden wegnemen:

  1. Afkoelen (“temperatuur wegnemen”)
  2. Brandstof weghalen
  3. Aanvoer van zuurstof afsluiten

Slide 55 - Tekstslide

Voorwaarden om een brand te blussen: brandstof wegnemen
Brandstof wegnemen: aanvoer van nieuwe brandstof stopzetten.
  • Bv. Bij keukenbrand: gaskraan op het fornuis dichtdraaien.
  • Bv. Brandgangen (brandsingels) in bossen: brede stroken waar bomen weggekapt zijn. Voorzorg.


Slide 56 - Tekstslide

Voorwaarden om een brand te blussen: zuurstof wegnemen
Zuurstof wegnemen: blokkeren aanvoer van lucht
  • Bv. Zand op kampvuur scheppen.
  • Bv. Grote branden: schuim
  • Bv. Kleine brandjes: blusdeken
  • Bv. Koolstofdioxideblusser



Slide 57 - Tekstslide

Voorwaarden om een brand te blussen: brandstof afkoelen
Brandstof afkoelen tot onder de ontbrandingstemperatuur
  • Bv. Door water op brand te spuiten. Let op: giftige stof in riool.
  • Bv. Fijne waternevel (ook zuurstof wegnemend).





Slide 58 - Tekstslide

olie of vetbrand
Volgende filmpje: wat zou jij doen? 

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Link

Slide 61 - Video

Slide 62 - Video

olie of vetbrand
  • Water is NIET geschikt voor oliebranden!!!!!
  • Bij vlam in de pan nooit water gebruiken  pan afsluiten met een deksel.
  • Gas uitzetten!


Slide 63 - Tekstslide

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 64 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 65 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 66 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 67 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 68 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 69 - Quizvraag

Welke van de verbrandingsvoorwaarden wordt hier weggenomen?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
(ontbrandings) temperatuur

Slide 70 - Quizvraag

Maken: 4 t/m 12 (blz 89)

Slide 71 - Tekstslide