4 Bevruchting en zwangerschap

Bs. 2.4 Bevruchting en zwangerschap
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bs. 2.4 Bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerk
Secundaire geslachtskenmerk
Penis
Schaamhaar
Vagina
Balzak
Borsten
Schaamlippen
Bredere heupen

Slide 2 - Sleepvraag

Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:
A
Dikker
B
Dunner

Slide 3 - Quizvraag

Hoelang duurt een menstruatiecyclus?
A
20 dagen
B
14 dagen
C
28 dagen
D
3 á 4 dagen

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen 
2.4.1 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt. 

2.4.2 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.

 2.4.3 Je kunt beschrijven wat prenataal onderzoek is en enkele voorbeelden noemen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is bevruchting?
Samensmelting van de kern van de eicel en de kern van de zaadcel.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waar vindt bevruchting plaats?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Innesteling
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

Slide 13 - Tekstslide

Daarna.......
  • Na de innesteling groeit het klompje cellen uit tot een embryo.

  • Op de plaats in de baarmoeder waar het embryo is ingenesteld, begint nu de placenta (moederkoek) te groeien).

Slide 14 - Tekstslide

Placenta
(Moederkoek)
In de placenta stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder.

Door kleine gaatjes in de wanden van de bloedvaten, gaan stoffen van het ene bloedvat naar het andere.

Slide 15 - Tekstslide

De navelstreng
Navelstrengslagaders (2): Hierin stroomt bloed van het
embryo naar de placenta. (afvalstoffen)

Navelstrengader (1): Hierin stroomt bloed van de placenta
naar het embryo. (zuurstof en voedingsstoffen)


Slide 16 - Tekstslide

Navelstreng
In de placenta:
  • gaan zuurstof en voedingsstoffen van het bloed van de moeder -> het bloed van het embryo.

  • gaan afvalstoffen van het bloed van het embryo -> het bloed van de moeder.

Slide 17 - Tekstslide

Foetus 
Na 3 maanden noem je het ongeboren kind een foetus.
Een foetus heeft al alle kenmerken van een mens.



Slide 18 - Tekstslide

Embryo

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Volgende les 
Prenataal onderzoek

Slide 21 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
 ‘Prenataal’ betekent ‘vóór de geboorte’. 
Onderzoeken om te kijken naar de gezondheid van een kind in de baarmoeder.

Afwijkingen bij het ongeboren kind kunnen zo worden opgespoord.

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer prenataal onderzoek?
Bij alle vrouwen vindt prenataal onderzoek plaats met een echo. Veel vrouwen laten ook de NIPT doen. 

Bij sommige vrouwen is meer onderzoek nodig. Bijvoorbeeld:
• als afwijkingen worden gevonden bij de echo of de NIPT
• als in de familie een erfelijke ziekte voorkomt
• als de vrouw eerder een miskraam heeft gehad

Slide 23 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
Vier vormen van prenataal onderzoek zijn:
  • Echoscopie 
  • NIPT
  • Vlokkentest
  • Vruchtwaterpunctie

Slide 24 - Tekstslide

Echoscopie 

Slide 25 - Tekstslide

Echoscopie
De geluidsgolven zijn niet schadelijk. 

Met een echo kun je bijvoorbeeld zien of de baby goed groeit. Na 20 weken is er een uitgebreide echo.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

NIPT test
Nieuwe manier van testen waarbij het ongeboren kind geen risico loopt. 





Slide 28 - Tekstslide

NIPT-test

       Kan vanaf week 11
  • Bij de moeder wordt bloed geprikt. 
  • In dit bloed zit DNA van de foetus.
  • De arts onderzoekt het DNA op afwijkingen. 
  • De NIPT is veilig voor de baby.
  • Erg betrouwbaar 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Vlokkentest
  • De arts haalt cellen uit de placenta. 
  • Een arts onderzoekt deze cellen op afwijkingen in het DNA en de chromosomen. 
  • Bij een vlokkentest is er een kleine kans op een miskraam.

Slide 31 - Tekstslide

Vruchtwaterpunctie
  • Een arts zuigt met een naald een beetje vruchtwater op.
  • Een arts onderzoekt de chromosomen in deze cellen. 
  • Bij een vruchtwaterpunctie is er een kleine kans op een miskraam.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Wat gebeurt er met een NIPT test?
A
Er wordt een echo gedaan
B
Er wordt een echo gedaan en bloed afgenomen bij de moeder
C
Er wordt bloed van de moeder afgenomen
D
Er wordt bloed van de placenta afgenomen

Slide 34 - Quizvraag

Heb je over deze basisstof nog vragen? Zo ja, schrijf ze dan hier op

Slide 35 - Open vraag

Zelf aan de slag
Lees en maak bs. 4 Bevruchting en zwangerschap
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide