3.2 Wat levert sparen op

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhaling vorige les
• Uitleg paragraaf 3.2
• Bespreken huiswerkopdrachten
• zelfstandig aan het werk. 

Herhaling 3.1

- Welke geldfuncties zijn er?
- Op welke manieren kun je met geld betalen?

Lesdoelen 3.2

- Welk belang heeft de bank erbij dat jij spaart?

- Welke spaarmotieven zijn er?

- Rente berekenen 

• variabele rente
• vaste rente 
• enkelvoudige rente 
• samengestelde rente 
  

0

Rol van de bank

Spaarmotieven

1. Sparen voor een doel
   
2. Sparen uit voorzorg
   
3. Sparen voor de rente
   

Opdrachten

1. Wat:  Maken opgaven 16 t/m 19, blz 76 t/m 77
   
2. Hoe: Individueel
3. Hulp: Leerboek
4. Tijd: 15 minuten
5. Uitkomst: klassikaal besproken
6. Klaar: Leg je pen voor je neer en wacht even

Variabel vs vast

1 Variabele rente  

•  de bank kan het rentepercentage veranderen
  
• vrij opneembaar

2 Vaste rente (spaardeposito)

• het rentepercentage blijft  de hele periode hetzelfde
  
• Je zet het geld voor een afgesproken tijd op een rekening (je kunt het er niet zo maar vanaf halen!)
  
• Hogere rente dan op gewone spaarrekening

Opdrachten

1. Wat:  Maken opgaven 20 t/m 23, blz 77 t/m 78
   
2. Hoe: Individueel
3. Hulp: Leerboek
4. Tijd: 15 minuten
5. Uitkomst: klassikaal besproken
6. Klaar: Leg je pen voor je neer en wacht even

Enkelvoudige rente

• Jaarlijks hetzelfde bedrag aan rente van de bank, mits het spaarbedrag en het rentepercentage gelijk blijft. 
  
• De rente wordt dan niet bij het spaarbedrag bijgeschreven, maar gestort op een betaalrekening i.p.v. op je spaarrekening. 
  

Rentebedrag = spaartegoed x rentepercentage x jaren

Voorbeeld:

Roberto heeft €200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.

• 1% = 0,01
• 3% = 0,03

1. Rente na 1 jaar        → €200 x 0,03 x 1
2. Rente na 2 jaar       → €200 x 0,03 x 2
3. Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x 1 : 12

Lesdoelen 3.2

- Welk belang heeft de bank erbij dat jij spaart?

- Welke spaarmotieven zijn er?

- Rente berekenen 

• variabele rente
• vaste rente 
• enkelvoudige rente 
• samengestelde rente 
  

Formule Enkelvoudige rente

Enkelvoudige Rentebedrag = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Voorbeeld:

Roberto heeft €200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.

Eerst procent weghalen (delen door 100)

• 1% = 0,01 
• 3% = 0,03

1. Rente na 1 jaar        → €200 x 0,03 x 1
2. Rente na 2 jaar       → €200 x 0,03 x 2
3. Rente na 1 maand → €200 x 0,03 x (1 : 12)

Samengestelde rente

• Meeste spaarrekening 
• Elk jaar bijgeschreven op je rekening
• Spaarbedrag neemt toe
• In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus rente (rente op rente)

Formule Samengestelde rente

Samengestelde rentebedrag= rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)Voorbeeld:

Je hebt €500 op je spaarrekening. Je krijgt 4% rente

• Rente 1e jaar: 4% van € 500= 0,04 x €500=€ 20
• na 1 jaar heb je € 500+€20=€520
• Rente 2e jaar: 4% van €520= 0,04 x € 520= € 20,80
• Na 2 jaar heb je: € 520+€20,80=€540,80
• De rente over deze twee jaar samen is € 20+€20,80=€40,80

Opdrachten

1. Wat:  Maken opgaven 24 t/m 26, blz 79
   
2. Hoe: Individueel
3. Hulp: Leerboek
4. Tijd: 15 minuten
5. Uitkomst: klassikaal besproken
6. Klaar: Leg je pen voor je neer en wacht even

Lesdoelen 3.2

- Welk belang heeft de bank erbij dat jij spaart?

- Welke spaarmotieven zijn er?

- Rente berekenen 

• variabele rente
• vaste rente 
• enkelvoudige rente 
• samengestelde rente 
  

Opdrachten

1. Wat:  Oefenopgaven 15 t/m 28, blz 91
   
2. Hoe: Individueel
3. Hulp: Leerboek
4. Tijd: 15 minuten
5. Uitkomst: klassikaal besproken
6. Klaar: Leg je pen voor je neer en wacht even