In deze paragraaf leer je hoe de overheid aan geld komt.
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 5 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Leerdoel
In deze paragraaf leer je hoe de overheid aan geld komt.
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Chaima heeft de vloer van haar keuken opnieuw laten betegelen. Ze bekijkt de rekening van de tegelzetter. ‘Kijk hier nou, die btw’, moppert ze. ‘Komt er zomaar even € 147 boven op de prijs.’
Aan wie moet Chaima € 847 betalen?
Slide 2 - Open vraag
het tegelzetbedrijf
Chaima heeft de vloer van haar keuken opnieuw laten betegelen. Ze bekijkt de rekening van de tegelzetter. ‘Kijk hier nou, die btw’, moppert ze. ‘Komt er zomaar even € 147 boven op de prijs.’
Welk bedrag gaat uiteindelijk naar de overheid?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk het staafdiagram (zie bron). Tegelbedrijf De Groot bv maakt in een jaar € 300.000 nettowinst.
Welk bedrag aan vennootschapsbelasting moet het bedrijf betalen over de eerste € 200.000 winst?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk het staafdiagram (zie bron). Tegelbedrijf De Groot bv maakt in een jaar € 300.000 nettowinst.
En welk bedrag aan vennootschapsbelasting moet Tegelbedrijf De Groot betalen over de rest van de winst?