h.8 Reclame les 4

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

h.8 Reclame
les 4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les:


  • Je kunt feiten en meningen benoemen;

  • Je kunt de kenmerken van reclametaal herkennen;

  • Je kunt objectief en subjectief taalgebruik herkennen;

  • Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen we deze les?


  • We bespreken h.8.2 opdracht 6 + 7;
  • We herhalen de tekstverbanden en de signaalwoorden;
  • We bespreken de theorie van slogans;
  • We bespreken de theorie van feiten en meningen;
  • We bespreken objectieve en subjectieve woorden;
  • Jullie maken h.8.3 opdracht 10, 11 en 12 en 
      werken aan woordenschat (online).



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming
Je noemt verschillende dingen achter elkaar.
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, en, niet alleen ... maar ook, zowel ... als, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte

 
Hardlopen heeft veel voordelen. Ten eerste is het een goedkope sport.
tegenstelling
Na een uitspraak beweer je meteen het tegengestelde.
maar, daarentegen, echter, integendeel, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover, terwijl, toch

Deze telefoon heeft een groter scherm, maar de foto’s zijn minder goed.
reden
Je geeft een reden. Een reden geeft aan waarom iemand iets wel of niet doet.
daarom, want, omdat, namelijk

Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat ze er geen tijd voor hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 6a
(blz. 41)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 6b 
blz. 42
tussenkopje alinea 3

Slide 9 - Tekstslide

Toelichting - Soorten reclame - Voorbeelden van reclame
opdr. 6c 
blz. 42

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 6 blz. 42 + 43

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 6d blz. 42 

Slide 12 - Tekstslide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
informeren
Het grootste deel van de tekst bevat informatie over reclame.
activeren
Daarnaast activeert de schrijver jongeren om op te passen met reclame: hij waarschuwt en geeft tips.

informeren:
Reclame is commerciële communicatie met als doel iets of iemand bij anderen aan te prijzen of te promoten. (regel 7-9).

activeren:
Als je weet hoe reclame werkt, laat je je er minder makkelijk door beïnvloeden. (regel 3-5)

Koop daarom alleen iets … kunt betalen. (regel 50-52)
Maar of je dat doet, blijft natuurlijk je eigen keus. (regel 59-60)

opdr. 6e

Slide 13 - Tekstslide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.

Wat is neuromarketing? (opdr. 7)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 7b
blz. 43

Slide 15 - Tekstslide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
opdr. 7b
blz. 43

Slide 16 - Tekstslide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
opdr. 7d + e 
met het boek
(blz. 43)

Slide 17 - Tekstslide

Merken laten je graag geloven dat zij beter zijn. Maar dat is echt niet altijd zo.
opdr. 7f

(blz. 44)

Slide 18 - Tekstslide

Hij vindt de kritiek onterecht: neuromarketing gaat niet te ver. 

Twee argumenten:
opdr. 7f

(blz. 44)
Joris vindt de kritiek onterecht: neuromarketing gaat niet te ver.

1. het is juist interessant om meer te weten over ons onderbewuste.
2. reclames worden misschien leuker en plezieriger, omdat het meer mensen aanspreekt en
   het relevanter voor ze is.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slogans

Bijna elke reclame is voorzien van een slogan
Dit is een korte boodschap die je gemakkelijk kunt onthouden. 


De kenmerken van reclametaal bij slogans. 

De slogan:
  • is kort en bondig.
  • roept een goed gevoel op.
  • klinkt mooi.
  • speelt met woordbetekenis(sen), bevat een woordgrapje of is dubbelzinnig.
  • bevat figuurlijk taalgebruik.
  • is grappig.






Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De dansers bewogen prachtig over het toneel. De voorstelling was dan ook buitengewoon goed.

Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Doordat het hogedrukgebied vanuit Engeland naar Nederland trekt, is de kans op motregen later vandaag klein.

Is dit een feit of een mening?
A
feit
B
mening

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Welke kenmerken van reclametaal zie en hoor je in de volgende commercial?

  • figuurlijk taalgebruik
  • grappig
  • klinkt mooi
  • roept een goed gevoel op
  • speelt met woordbetekenis
opdr. 10 b 
blz.47


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Magister - leermiddelen - Op niveau -  
h.8 Reclame - woordenschat
  • Maak van h.8.3:
    opdracht 10, 11 + 12
     in je werkboek.
    (blz.46 en verder)

  • werk verder aan h.8 woordenschat (online).

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies