In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Nazi-Duitsland en het buitenland
Het interbellum
Slide 1 - Tekstslide
...beschrijven welke stappen nazi-Duitsland
vóór 1939 zette richting oorlog.
...overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën
van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.
...beschrijven hoe de Nederlandse regering omging
met de economische crisis van 1929,
en welke invloed deze crisis had
op de opkomst van de NSB.
Aan het einde van de les kan je...
Slide 2 - Tekstslide
§3.1 Grote problemen voor Duitsland
§3.2 De opkomst van het nationaalsocialisme
§3.3 Nazi-Duitsland en het buitenland
§3.4 De Sovjet-Unie, 1922-1939
Slide 3 - Tekstslide
Het interbellum is de periode tussen de Eerste - en de Tweede Wereldoorlog.
In 1918 wordt de Republiek van Weimar opgericht. Zij moesten wel het Verdrag van Versailles ondertekenen. Een groot deel van het volk geloofde in de dolkstootlegende.
Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer betalen en stopte daar in 1923 mee. Als reactie bezette Frankrijk het Ruhrgebied. Stakende arbeiders werden gesteund door de regering, met een economische crisis tot gevolg.
Door de invoering van het Dawesplan begonnen de Duitsers de toekomst weer positief te zien.
Herhaling
Slide 4 - Tekstslide
In 1929 ontstond in Amerika door de beurskrach een financiële crisis.
Omdat Amerika een handelsland is, breidde de crisis uit over de gehele wereld.
Duitsland kreeg extra harde klappen bij deze crisis.
Herhaling
Slide 5 - Tekstslide
In Duitsland ontstond een nationaalsocialistische partij: de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), met als leider Adolf Hitler.
Kenmerkend is:
antidemocratisch
führerprincipe
persoonsverheerlijking
rassenleer
antisemitisme
militarisme
nationalisme
Herhaling
Slide 6 - Tekstslide
Vanuit het nationalisme vonden de Nazi's dat alle Duitssprekenden in één rijk zouden moeten wonen. Ook verdiende het volk lebensraum.
Hitler doet in 1923 een staatsgreep die mislukt. Hij belandt in de gevangenis, maar komt snel weer vrij.
Het lukt de democratische regering niet om de werkloosheid op te lossen. Hitler belooft om de werkloosheid op te lossen en te stoppen met de herstelbetalingen.
Herhaling
Slide 7 - Tekstslide
In 1933 wordt de NSDAP zo groot dat ze mee mogen regeren.
Nadat een communist de Rijksdag in brand steekt, wordt de noodtoestand uitgeroepen.
Hitler kon nu overal communisten en socialisten oppakken.
Bij de volgende verkiezingen kreeg Hitler 44% van de stemmen.
Met hulp van twee andere partijen kon Hitler het parlement afschaffen. Duitsland werd een dictatuur.
Herhaling
Slide 8 - Tekstslide
Duitsland werd een totalitaire staat. Organisaties en media kwamen onder directe controle van de staat. Dit noemen we gelijkschakeling. Er werd onder andere propaganda en indoctrinatie gebruikt.
De Gestapo, SS en SA zorgden voor terreur. Tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen.
Herhaling
Slide 9 - Tekstslide
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Leerdoel:
Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.
Begrippen:
Heim ins Reich
Anschluss
Conferentie van München
B
Fascisme in Italië
Leerdoel:
Je kan overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.
Begrippen:
fascisme
C
Nationaalsocialisme in Nederland
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis van 1929, en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.
Begrippen:
aanpassingspolitiek
werkverschaffingsprojecten
Nationaalsocialistische Beweging (NSB)
appeasementpolitiek
Lebensraum
Slide 10 - Tekstslide
Hitler legde zich niet neer bij het Verdrag van Versailles.
Tijdens de regeerperiode van Hitler:
Stapt uit Volkenbond
Stopte de herstelbetalingen
Werd het leger vergroot en herbewapend
Werden gebieden teruggepakt
Leerdoel:
Je kan beschrijven welke stappen nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.
Begrippen:
Heim ins Reich
Anschluss
Conferentie van München
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
appeasementpolitiek
Lebensraum
Een spotprent: Nazi-soldaten lopen over het Verdrag van Versailles
Slide 11 - Tekstslide
De nazi's wilden alle Duitssprekenden in één groot Duits rijk: Heim ins Reich. Hij noemde zijn Duitsland het Derde Rijk.
In 1938 trokken Duitse soldaten de grens met Oostenrijk over. Hitler maakte van Oostenrijk een deel van zijn rijk.
De aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938 heet de Anschluss.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Duitse en Oostenrijkse soldaten bij de grens in 1938.
Veel Oostenrijkers konden zich vinden in de ideeën van Hitler en verwelkomden de nazi's.
Slide 12 - Tekstslide
Anschluß
Slide 13 - Tekstslide
Der Anschluß
maart 1938
Slide 14 - Tekstslide
Hitler wilde ook het Sudetenland (Duitstalig gedeelte van Tsjecho-Slawakijke) bij Duitsland voegen.
De regering van Tsjecho-Slowakije was hiertegen.
Daarom kwamen vier landen samen in de Conferentie van Münchenom hierover te praten.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Het Sudetenland lag aan de grens van Duitsland en Tsjecho-Slowakije
Slide 15 - Tekstslide
Engeland en Frankrijk voerden appeasementpolitiek.
Daarin zit het woord "pease" (vrede)
Appeasementpolitiek was er op gericht om de vrede in Europa te bewaren.
Frankrijk en Engeland grepen niet in en gaven toe aan Hitler om geen oorlog te veroorzaken.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Ondanks zijn beloften van de conferentie van München, nam Hitler in 1939 ook de rest van Tsjechische deel van Tsjecho-Slowakije in. Door de appeasementpolitiek grepen Engeland en Frankrijk niet in.
Slide 16 - Tekstslide
Conferentie van München
september 1938
Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland ook nog krijgt.
Appeasementpolitiek: Geallieerden geven Hitler zijn zin uit angst voor oorlog.
Waarom al deze veroveringen? Lebensraum
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Hitler vond ook dat het sterke, Arische (Duitse) ras ruimte nodig had om zich te ontwikkelen.
Hij noemde dit lebensraum; leefruimte.
Hitler had onder andere plannen om Polen en delen van de Sovjet-Unie bij het Duitse Rijk te voegen.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
A
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Met delen van Polen en de Sovjet-Unie dacht Hitler voldoende lebensraum te hebben voor het Arische ras. Niet geheel toevallig waren er veel grondstoffen te vinden in dat gebied.
Slide 20 - Tekstslide
Ook in Italië waren er na WO1 veel problemen:
Teleurstelling, want geen gebiedsuitbreiding na WO1
Het ging slecht met de economie
Weinig geld om het land weer op te bouwen
De regering was zwak en ondernam weinig
Er was zeer weinig vertrouwen in de politieke partijen
Leerdoel:
Je kan overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.
Begrippen:
fascisme
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
B
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Slide 21 - Tekstslide
In 1922 kwam Benito Mussolini in Italië aan de macht. Hij was de leider van de fascisten.
Het fascisme is een extreemrechtse politieke beweging, ontstaan in Italië.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
B
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Slide 22 - Tekstslide
Fascisme
Fascisme is een politieke stroming,
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 23 - Tekstslide
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede,
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Het fascisme heeft de volgende kenmerken:
Extreem nationalistisch. Eigen land en volk zijn het belangrijkste en beter dan andere landen.
Militarisme: soldatenleven en oorlog is iets moois.
Anti-democratisch. Ze willen één leider. Ruimte voor andere meningen is er niet.
Hitler en Mussolini konden het goed met elkaar vinden. In 1936 werden ze bondgenoten.
Het nationaalsocialisme heeft veel ideeën van het fascisme overgenomen.
In 1938 nam het fascisme het antisemitisme over het van het nationaalsocialisme.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
B
DeBoze burgers
De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
Slide 27 - Tekstslide
Vanaf 1929 was er ook in Nederland grote crisis.
In Nederland gingen ook bedrijven failliet en was er veel werkloosheid en armoede.
De regering van minister-president Colijn probeerde de crisis op te lossen door de aanpassingspolitiek.
Dit betekende dat de regering zijn uitgaven aanpaste aan de teruggelopen inkomsten: bezuinigingen.
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe de Nederlandse regering omging met de economische crisis van 1929, en welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.
Begrippen:
aanpassingspolitiek
werkverschaffingsprojecten
Nationaalsocialistische Beweging (NSB)
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
C
DeBoze burgers
Nationaalsocialisme in Nederland
Slide 28 - Tekstslide
Aanpassingspolitiek
1934
= niet meer geld uitgeven als dat er binnen kwam
= bezuinigen
- Minder geld naar ambtenaren
- Uitkeringen omlaag ( stempelen + controle)
- Werkverschaffingsprojecten ( voor hogere vergoeding)
Het lukt Colijn niet om crisis te bestrijden.
Slide 29 - Tekstslide
Stempelen voor 'de Steun'
Er is nauwelijks steun van de overheid:
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.
Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen.
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.
Slide 30 - Tekstslide
Vernedering
De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien
Slide 31 - Tekstslide
De werklozen konden een klein beetje steun (uitkering) krijgen van de overheid.
Voor die steun moesten ze een paar keer per dag een stempel halen. Daarvoor moest je uren in de rij staan.
Veel mensen voelden zich in de steek gelaten door de regering.
De regering Colijn kreeg de problemen niet opgelost.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
C
DeBoze burgers
Nationaalsocialisme in Nederland
Slide 32 - Tekstslide
De overheid begon ook werkverschaffingsprojecten.
Werklozen konden in ruil voor iets meer steun werken aan de aanleg van wegen, kanalen en bossen.
De regering Colijn krijgt de crisis niet opgelost. Als reactie ontstaan er veel nieuwe politieke partijen.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
C
DeBoze burgers
Nationaalsocialisme in Nederland
Slide 33 - Tekstslide
Werkverschaffingsprojecten
Net als in andere landen probeert de overheid werklozen
aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk
helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.
Slide 34 - Tekstslide
In 1931 werd de Nationaalsocialistische Beweging (NSB)opgericht door Anton Mussert.
De NSB had veel ideeën afgekeken van de NSDAP van Hitler. Zo waren ze bijvoorbeeld ook tegen de democratie.
§3.3
Nazi-Duitsland en het buitenland
C
DeBoze burgers
Nationaalsocialisme in Nederland
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
De NSB behaalde in 1935 bijna 8% van de stemmen.
Daarna werd de partij weer kleiner. Dit kwam omdat mensen de NSB vergeleken met de NSDAP in Duitsland. Ze waren bijv. openlijk anti-Joods en ze steunden Hitler.
Mensen zagen in Duitsland agressiviteit, discriminatie en intimidatie. Men wilde dat niet in Nederland.
Ook vanwege de verzuiling wilden veel Nederlanders niks met de NSB te maken hebben: ze bleven bij hun eigen zuil.