Schrijfdossier klas 4v - opdracht 3(v1) - nieuwsbericht - geleid schrijfplan

Schrijfportfolio 4v opdracht 3
Informerende teksten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijfportfolio 4v opdracht 3
Informerende teksten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warming up, een poll:
Ben jij iemand die in de app of op social media berichten plaatst of liever beeldmateriaal?
A
Tekst
B
Beeld

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog...
In welke volgorde plaats je je bronnenlijst?
A
Alfabetisch op voornaam
B
Chronologisch
C
Alfabetisch op achternaam

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een functioneel beeld en een illustratief beeld?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een tekst beoordeelt, let je bijvoorbeeld op de structuur van de tekst, welke driedeling moet de tekst bevatten?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen opdracht 3
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren); 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden;
  • Je kunt goede tussenkopjes maken; 
  • Je weet wat een schrijfplan is en hoe het je kan helpen bij het schrijven van een langere tekst;
  • Je kunt je tekst voorzien van functionele of illustratieve beelden;
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden;
  • Je kent de structuur en vorm van verschillende tekstsoorten met een informerend karakter (nieuwsbericht, instructie, verslag, uiteenzetting).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén functie van een inleiding?
A
aanleiding noemen
B
belangstelling wekken
C
samenvatting geven
D
onderwerp introduceren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht
Je gaat zo drie minuten kijken naar twee afbeeldingen, kies er één. Schrijf bij de afbeelding een nieuwsbericht in ongeveer 100 woorden. 
Na de foto's volgen de eisen aan de opdracht. Je schrijft hem in 20 minuten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwsbericht. Zorg dat het volgende in je bericht staat:

  • Wat gebeurde er?
  • Waar gebeurde het?
  • Wie waren erbij betrokken?
  • Wanneer gebeurde het?
  • Waarom/waardoor gebeurde het?
  • Hoe gebeurde het?
  • Zorg voor een duidelijke Lead.
  • Verwerk tenminste één citaat.
  • Gebruik minstens twee signaalwoorden.
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Vraag na 20 minuten een leerling zijn/haar nieuwsbericht te delen en bespreek (elementen) uit de leerdoelen van deze les.
(hieronder herhaling relevante leerdoelen)
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren) 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden
  • Je kunt goede tussenkopjes maken 
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden
Op de volgende twee slides vind je de originele artikelen

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Artikel over Griekse vluchtelingenkampen
Je hebt nu twee nieuwsberichten gelezen over de Griekse vluchtelingenkampen. Als je verder gaat zoeken, zul je nog meer bronnen over dit onderwerp vinden. Schrijf een informerend artikel over dit onderwerp met een eigen vraagstelling en een vaste structuur. 
  • Je publiek bestaat uit jongeren tussen de zestien en achttien jaar oud.
  • De lengte van je artikel is ongeveer 400 woorden
  • Naast de twee bronnen die je al hebt, zoek je er nog drie.
  • Lees al je bronnen en maak een selectie van de informatie die je met je lezers wilt delen.
  •  Maak meteen een goede bronnenlijst en voeg deze toe aan je artikel.
  • Je neemt minstens één citaat op in je tekst.
  • Om je te helpen een gestructureerd artikel te schrijven, ga je nu eerst op de volgende slides een schrijfplan maken.
  • Tot slot voeg je een illustratief beeld toe aan je tekst.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren?
Parafraseren: informatie in je eigen woorden zetten
Citeren: letterlijk de bron herhalen (je mag geen woorden aanpassen)

Hoe? Door aanhalingstekens te gebruiken en de bron te vermelden. Voorbeelden:
De minister zei met overtuiging: "Dit kunnen we niet toestaan!"
"Dit speelt al langer," zegt een inwoner uit Ter Apel. 
Volgens Truijens is "de respectvolle behandeling geen vanzelfsprekendheid".

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfplan maken
Je gaat nu het schrijfplan maken voor je artikel.
Je schrijft het artikel met de houvast van één van de vaste tekststructuren die je vindt op bladzijde 133-138 van je boek. Neem eerst deze theorie door!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp waar je over gaat schrijven?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie ga je schrijven? Dus: wie is je publiek? Probeer zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel een goed afgebakende vraag die je gaat beantwoorden in je artikel.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke structuur kies je om je artikel te schrijven?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een brainstorm met ideeën voor de titel.

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een opzet voor je inleiding:
- introduceer je onderwerp
-noem de hoofdgedachte
-wek de belangstelling van je publiek

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welk deelonderwerp gaat je eerste alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welk deelonderwerp gaat je tweede alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welk deelonderwerp gaat je derde alinea? Denk aan de structuur die je hebt gekozen.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vat de drie deelonderwerpen van je alinea samen in één zin.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het illustratieve beeld dat je zou kunnen gebruiken bij je tekst (voor de definitieve versie mag je veranderen)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven!
Je hebt je met je schrijfplan goed voorbereid en je gaat nu je artikel schrijven. Klaar? Loop de aandachtspunten nog eens langs:
  • Je past het juiste schrijfdoel toe (informeren); 
  • Je kunt een heldere structuur in je stuk aanbrengen door het gebruik van verbindings- en signaalwoorden;
  • Je kunt je tekst voorzien van functionele of illustratieve beelden;
  • Je kunt correct citeren en een citaat inbedden;
  • Je hebt een bronnenlijst gemaakt;
  • Je hebt gewerkt volgens één van de vaste structuren;
  • De tekst is goed geschikt voor je publiek.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tevreden?
Lever je artikel uiterlijk 2 juni in, in Magister.
Heel veel succes!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies