Ik kan Duitse werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken;
Ik weet, wat "tegenwoordige tijd" is;
Ik weet wat een "werkwoord" is.
Was? Grammatik E: 18 t/m 22
Hilfe? Buch Seite 114-117
(uitleg: groene deel Seite 115)
Fertig? Aufgabe 23 (24: ster)
Dann fertig? Nakijken: 4 t/m 8 - 18 t/m 22 (Teams)
Dann fertig? Aufgabe 10-11 & Aufgabenblatt Lehrerin
Klassikaal: Lucas-Arnoud-Marijn-Mark H-Mark T