4.3, 4.4 en 4.5

4.3, 4.4 en 4.5
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.3, 4.4 en 4.5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4 Stevigheid en beweging
Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
BS 3
Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
BS 4
Je kan de bouw van een spier beschrijven
Je kunt de werking van spieren beschrijven en uitleggen wat antagonisten zijn.
timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • BS1 Ik kan de namen van botten benoemen
  • BS1 Ik kan de 4 functies van het skelet noemen
  • BS 2 Ik kan uitleggen hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.
  • BS 2 Ik kan uitleggen hoe been en kraakbeen is opgebouwd.
  • BS 3 
  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven,stevigheid, bescherming

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bestanddeel van de tussencelstof geeft de stevigheid (hardheid) aan botweefsel?
A
Collageen
B
Lijmstof
C
Kalkzout(en)
D
Kraakbeenweefsel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen 
Manieren waarop botten met elkaar verbonden kunnen zijn:
Opbouw van het skelet door beenverbindingen 
Een deel van het gewricht. De gewrichtskogel kan bewegen in de gewrichtskom.
Het andere deel van het gewricht. In de gewrichtskom beweegt de gewrichtskogel. 
De gewrichtskom en de gewrichtskogel zijn beide bedekt met een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen en wordt slijtage tegengegaan.
De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer af. Dat is een stroperige vloeistof die werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen det botten soepel bewegen.
De twee botten van een gewricht zitten met het gewrichtskapsel aan elkaar vast. Het kapsel zorgt er onder andere voor dat de botten op hun plaats blijven zitten. 
Bij sommige gewrichten zitten er ook stevige kapselbanden om het gewricht heen. Deze kapselbanden helpen mee de botten op hun plaats te houden. 
Opbouw van een gewricht
Type gewrichten
Kogelgewricht:
- kogel van het ene bot draait in de kom van het andere bot
-beweging in verschillende richtingen, ook draaiende bewegingen
- schouder
Scharniergewricht:
- ene bot beweegt als scharnier ten opzicht van het andere bot
-alleen een beweging heen en terug
-elleboog


Video van een scharniergewricht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewricht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B4: Spieren 

Slide 11 - Tekstslide

Het skelet maakt beweging mogelijk. Daarvoor zijn ook spieren nodig. Spieren zitten aan je botten vast. Spieren en skelet zorgen samen voor bewegingen. Alle spieren samen vormen het spierstelsel. 
spieren

Slide 12 - Tekstslide

Hier zie je het spierstelsel.

Slide 13 - Tekstslide

Je ziet hier een kuitspier en botten in een been. De kuitspier zit met pezen vast aan de botten. De plek waar een pees aan een bot zit, heet aanhechtingsplaats. Een pees kan zich niet samentrekken en ook niet uittrekken. Een spier kan dat wel. Als de kuitspier zich samentrekt, wordt hij korter. Hij trekt dan de aanhechtingsplaatsen naar elkaar toe. Hierdoor ontstaat een beweging. 
Werking van een spier

Samentrekken van een spier:

  • Spier wordt korter
  • Spier wordt dikker
  • De afstand tussen 2 aanhechtingsplaatsen wordt kleiner
  • Er vindt veel verbranding plaats (meer zuurstof en brandstof nodig voor de verbranding in de spier)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antagonisten             tegengestelde spieren

Slide 15 - Tekstslide

Biceps = armbuigspier
triceps = armstrekspier
Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spieren met een tegengestelde werking noem je.....
A
Synergisten
B
Willekeurige spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.5 GEZOND BEWEGEN 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiervezels vormen samen een ..
A
pees
B
vezel
C
spierstelsel
D
spierbundel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.5  Gezond bewegen

   - Je weet dat spieren sterker worden door training.
   - Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
      voor je gezondheid.
   - Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Motorische geheugen: Beweging is opgeslagen
Geautomatiseerde beweging: Beweging die je kan uitvoeren zonder na te denken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conditie: Langer en sneller bewegen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coördinatie: verschillenden spieren werken goed samen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een slechte coördinatie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren trainen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het goed om meerdere sporten te doen?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat spierpijn?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spierpijn
In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierpijn
Kleine beschadigingen in de spieren

Meer trainen -> sterkere spieren -> minder snel beschadigd

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging. Ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RSI

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je blessures
voorkomen?

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen
2. Intapen
3. Warming-up
4. Rek oefeningen
5. Cooling-down

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hebben we het over gehad?

   - Je weet dat spieren sterker worden door training.
   - Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
      voor je gezondheid.
   - Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normtempo 4.5
Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
  • Je kan vier beenverbindingen beschrijven.
  • Je kan de bouw van een gewricht beschrijven.
  • Je kan de werking van een kogelgewricht en een scharniergewricht beschrijven.
  • Je kan de bouw van een spier beschrijven
  • Je kunt de werking van spieren beschrijven en uitleggen wat antagonisten zijn.
  •  Je weet dat spieren sterker worden door training.
  •  Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.
  • Je weet hoe je blessures kunt voorkomen
AAN DE SLAG
Fluisterend overleg
timer
20:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies