21 01 19 M2B spelling
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het meervoud van kolonie
A
Kolonies
B
koloniën
C
Kolonieën
D
Kolonïen
Slide 6 - Quizvraag
Waarom krijgt kolonie in het meervoud geen extra e?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het meervoud van havik?
A
perzik
B
perzikken
C
perziken
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het meervoud van paragraaf
A
paragrafen
B
paragraves
C
paragraafs
D
paragraven
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord ken je dat ook zowel met -s als -n geschreven mag worden in het meervoud?
Slide 10 - Open vraag
Wat gebeurt er meestal met het schrijven van een meervoud bij een Nederlands woord dat eindigt op een f of op een s?
Slide 11 - Open vraag
Wat is het meervoud van methode?
A
methodes
B
methoden
C
methodenen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het meervoud van methode?
A
methodes
B
methoden
C
methodenen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het meervoud van perzik?
A
perzik
B
perzikken
C
perziken
Slide 14 - Quizvraag
Waarom komt i het meervoud bij perzik geen extra K ?
Slide 15 - Open vraag
WAT IS HET MEERVOUD VAN
CADEAU
CADEAU
A
CADEAUS
B
CADEAU'S
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het meervoud van knie?
A
knieën
B
kniën
C
kniëen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het meervoud van auto?
A
Autos
B
Autoos
C
auto's
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het meervoud van cd?
A
cdees
B
cds
C
cd's
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het meervoud van luiwammes?
A
luiwammessen
B
luiwammesen
