Delend lidwoord + werkwoord venir

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Grammatica uitleg 

Hoofdstuk 5

- Het delend lidwoord.

- het werkwoord venir.

Deel 1: het delend lidwoord

welke lidwoorden ken jij
in het Frans en NL?

Het delend lidwoord bestaat niet in het Nederlands...

In het Nederlands zeggen we: ik koop broeken

In het Frans zeggen we:  j'achète des pantalons

Deze regel heb je al ooit gehad:

Wat je gaat herhalen:

- hoeveelheidswoorden

- na de werkwoorden: préférer, adorer, détester en aimer.

Deel 1: hoeveelheidswoorden

Na een woord van hoeveelheid, gebruik je altijd de / d'

d' alleen voor een klinker of stomme h. 

Noem voorbeelden van hoeveelheidswoorden

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden

• un peu                         
• beaucoup
• une bouteille
• une boîte
• une tasse
• un verre

• un litre
• un kilo
• assez
• plus
• moins
• trop
• groupe

Dus bijvoorbeeld:

je prends un kilo ____ pommes. 

normaal: pommes is meervoud dus: des 

maar! Er staat kilo dus pak je: de.

Deel 2: na de werkwoorden

na de werkwoorden préférer, adorer, détester en aimer gebruik je NOOIT het delend lidwoord. Dan gebruik je altijd le/la/l'/les. 

Bijvoorbeeld:

1. j'aime ___________ poisson. 

J'aime le poisson. 

2. je préfère ___________ viande.

je préfère de la viande. 

Stelling: als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het Frans een delend lidwoord.

1. juist
2. onjuist

Deux kilos ....... pommes.
(Kies het goede delend lidwoord)

1. des
2. de la
3. de
4. du

Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Kies het juiste lidwoord:
Je préfère ____ pizza

1. du
2. de la
3. la
4. de

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?

1. de la
2. de

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain

1. des
2. de la
3. du
4. de

Kies het juiste lidwoord:
J'aime ________ crêpes

1. des
2. du
3. de
4. les

Je prends ..... poisson.
(Kies het goede delend lidwoord)

1. de la
2. du
3. de l'
4. des

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons (m).

1. du
2. des

Is het delend lidwoord hetzelfde als het lidwoord dat we al kennen
(le, la, les & l' / un & une)?

1. ja
2. nee

Een delend lidwoord gebruik je

1. zowel in het Nederlands als in het Frans
2. alleen in het Nederlands
3. alleen in het Frans.
4. bij uitzonderingen in het Frans

Grammatica deel 2: het werkwoord venir

Venir is onregelmatig..

Ondanks dat je dit werkwoord uit je hoofd moet leren, zit er wel al logica in. Probeer maar eens te linken zonder dat je het werkwoord hebt gezien. 

je / tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

viens

vient 

venons

venez

viennent