11.1 Man en vrouw

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

H11 Voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

H11.1 Man en vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kan de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man benoemen.
- je kan in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken,
- je kan de weg die de zaadcellen afleggen uitleggen,
- je kan in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen,
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ben je vruchtbaar?

Slide 5 - Open vraag

Spermacellen
Wanneer hormonen vanuit de hypofyse worden afgegeven aan de zaadballen, start de productie van zaadcellen/spermacellen.

Hiernaast maken de zaadballen vanaf dit moment ook het hormoon testosteron.

Slide 6 - Tekstslide

Puberteit jongens
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe (daarna heet het sperma).

Jongens zijn vruchtbaar vanaf hun eerste zaadlozing (soms tijdens de slaap = natte droom).

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtsorgaan man
Welke onderdelen ken je al?
1 = 
2 = 
3 = 
4 = 
5 = 
6 = 
7 = 
8 = 
9 = 

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtsorgaan man
Ken je alle onderdelen?
1 = urinebuis
2 = eikel
3 = voorhuid
4 = urineblaas
5 = zaadblaasje
6 = prostaat
7 = zaadleider
8 = zaadbal
9 = balzak

Slide 9 - Tekstslide

Zaadlozing
  1. Zaadcellen opgeslagen in de bijballen gaan door de zaadleider omhoog
  2. Zaadcellen gaan langs het zaadblaasje en de prostaat, vocht wordt toegevoegd > het is nu sperma.
  3. Een spiertje sluit de toegang af van de blaas naar de urinebuis.
  4. Uitsluitend sperma kan nu via de urinebuis naar buiten.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken:
2 t/m 9 (blz 9+)


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kan de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man benoemen.
- je kan in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken,
- je kan de weg die de zaadcellen afleggen uitleggen,
- je kan in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen,
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.

Slide 12 - Tekstslide

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond

Pak je spullen en iPad erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kan de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man benoemen.
- je kan in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken,
- je kan de weg die de zaadcellen afleggen uitleggen,
- je kan in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen,
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ovulatie
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in een eierstok. Na ongeveer 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider.                  = ovulatie         
  • * een meisje is vruchtbaar als haar eicellen gaan rijpen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video

Welke 4 gebeurtenissen vinden plaats in een menstruatiecyclus.
In de juiste (logische) volgorde!

Slide 20 - Open vraag

Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen..
Menstruatie dus ook om de 28 dagen

Gebeurtenissen tijdens menstruatiecyclus:
1. eicel rijpt
2. baarmoederslijmvlies groeit
3. eisprong
4. menstruatie

Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 21 - Tekstslide

 Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon     -> zorgen dat de follikel gaat groeien

  • Oestrogeen                -> wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie
(baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)

  • Progesteron               -> wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. 
Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 22 - Tekstslide

Menstruatiecyclus





Slide 23 - Tekstslide

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 25 - Quizvraag

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 26 - Quizvraag

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag!
Maken:
10, 12, 14, 17, 18, 20, 23, 24


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video