H2D Frans week 5

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2D Frans week 5

1HV1 Première leçon

Les objectifs :

* Je gaat oefenen met een gesprek voeren over winkelen. (A1)

* Je gaat oefenen met de uitspraak van (e)au(x) en ou. (A1)

* Je gaat oefenen met het aanwijzend voornaamwoord.  (A1)

Le programme :
Apprendre: 

Chapitre 3 bron C + D

Faire: (=doen/ maken)

Maken ex. 16 + leesteksten

Bonjour! Bienvenue à la semaine cinq!

Maandag 10-2  leestoets !!! 

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Répéter le dernier cours 
• Corriger les devoirs
• Ex. 14
• Uitleg aanwijzend voornaamwoord / Lesson Up
• Leesteksten eindexamensite
• Faire les devoirs: ex.16 + apprendre Bron C + leesteksten
• Réflexion du cours

Répéter le dernier cours 

Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?

Het rad geeft de beurt!

• Vertaal: C'est là-bas.
• Vertaal: Hoeveel kost dat?
• Schrijf de persoonlijk voornaamwoorden op
• Schrijf het ezelsbruggetje bij de werkwoorden -er
• Vrai / faux? C'ne est pas grave?

Corriger les devoirs  

= huiswerk nakijken

Afgelopen week hebben jullie ex.10,11, 16 gemaakt.

  

Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

 Antwoorden Boek A op je bureaublad

Exercice 14 page

1. Prend ton livre.
2. A la page .
3. On va faire exercice quatorze.
4. Parle les phrases clés.

het aanwijzend voornaamwoord

prend ton cahier et un stylo 

fais des notes

Het aanwijzend voornaamwoord

Het aanwijzend voornaamwoord

Het aanwijzend voornaamwoord

die / deze / dit / dat

Aanwijzend voornaamwoord

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?

1. de / het / een
2. mijn / jouw / onze / zijn
3. voor / na / tijdens / tegelijk
4. dit / dat / die / deze

Een aanwijzend voornaamwoord is..:

1. mon/ma/mes
2. le/la/les
3. ce/cet/cette/ces
4. un/une/des

Aanwijzend voornaamwoord
...............fille

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ monsieur

1. cet
2. cette
3. ces
4. ce

Welk aanwijzend voornaamwoord?
________ filles

1. Ce
2. Ces
3. Cette
4. Cet

Welk aanwijzend voornaamwoord?
_____ acteur

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

Vul het aanwijzend voornaamwoord in!
homme

Vul het aanwijzend voornaamwoord in!
hommes

Vul het aanwijzend voornaamwoord in!
hôtel

weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt?

1. 🥰
2. 🙂
3. 🤔

Faire les devoirs

Poser des questions 

aux voisins ou prof. 

(= vragen stellen aan

je buurman of docent)

Travailler en silence. 

(in stilte werken)

Leesteksten + ex. 16

leren bron C

Fin du cours

1. Samenvatting van de les 

Vandaag hebben we geleerd hoe we het aanwijzend voornaamwoord kunnen gebruiken.

2. Korte check met een vraag of opdracht 

Wie kan een zin maken met een aanwijzen voornaamwoord? Rad laten draaien?

3. Positieve feedback 

Wat ging er goed deze les?

4. Vooruitblik en afsluiting 

De volgende les gaan we de grammatica herhalen.