Zugspitze, S1, les 1, week 37

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 14. September 2023
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen, heute ist Donnerstag
der 14. September 2023

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
1. Weet jij welke 5 kenmerken de Duitse taal heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Programma:
  • Korte herhaling van onze afspraken.

  • Welke 5 kenmerken kent de Duitse taal?
  • Ga je zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Tekstslide

Ken je onze afspraken nog?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat neem je elke les mee?
- je laptop (opgeladen)
- je oplaadkabel
- je boek
- een lijntjes-schrift (groot of klein)
- schrijfmateriaal
- oortjes / koptelefoon

Slide 7 - Tekstslide

Wie weet wat in de Duitse taal anders is als bij de Nederlandse?

Slide 8 - Tekstslide

1. 
Das Eszet / Ringel s   

Slide 9 - Tekstslide

2. 
Zelfstandige naamwoorden
 schrijf je met een hoofdletter

Slide 10 - Tekstslide

3. 
Het Duits heeft 3 lidwoorden

Slide 11 - Tekstslide

4.
In het Duits krijg je vier naamvallen

Slide 12 - Tekstslide

5.
In het Duits gebruiken ze een Umlaut
Deze zorgt voor een klankverandering
bv: der Bruder  - die Brüder

Alleen te vinden op klinkers in 
het woord :     AUTO

Slide 13 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 14 - Tekstslide

An die Arbeit!
Maak van Schritt 1:   
Aufgabe 1, 3, 4, 5 in je BOEK

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben

1. Maak in je boek:
    Schritt 1, Aufgabe 1, 3, 4, 5,







Slide 16 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Weet jij welke 5 kenmerken de Duitse taal heeft.

Slide 17 - Tekstslide

Nu gaan we oefenen!
Maken:
3.3 t/m 3.6,  4.3, 5.2,  6.4, 8.2 , 19.4

Klaar?  Oefen dan de woorden met WRTS




 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 18 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide