wk 09
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lees uit deel 2: blz. 99 t/m 123
Theorie: setting (tijd + ruimte)
A. Hoe beschrijft Jochem zijn nieuwe woonplaats?
Theorie: setting (tijd + ruimte)
A. Hoe beschrijft Jochem zijn nieuwe woonplaats?
Slide 3 - Open vraag
Lees uit deel 2: blz. 99 t/m 123
Theorie: setting (tijd + ruimte)
B. Op wat voor manier verschilt Amsterdam van Schotland?
Theorie: setting (tijd + ruimte)
B. Op wat voor manier verschilt Amsterdam van Schotland?
Slide 4 - Open vraag
Lees uit deel 2: blz. 99 t/m 123
C. Hoe zou jij je voelen als je in Jochems schoenen stond, als je ouders plotseling naar het buitenland zouden verhuizen?
Schrijf in minimaal 150 woorden hoe je je zou voelen en wat/wie je zou missen.
C. Hoe zou jij je voelen als je in Jochems schoenen stond, als je ouders plotseling naar het buitenland zouden verhuizen?
Schrijf in minimaal 150 woorden hoe je je zou voelen en wat/wie je zou missen.
Slide 5 - Open vraag
Lees blz. 144 t/m 167
A. Wat zegt Jochem tegen zijn nieuwe vrienden dat het ergste scheldwoord in het Nederlands is?
A. Wat zegt Jochem tegen zijn nieuwe vrienden dat het ergste scheldwoord in het Nederlands is?
Slide 6 - Open vraag
Lees blz. 144 t/m 167
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
1. Wat zijn de overeenkomsten van de spellen?
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
1. Wat zijn de overeenkomsten van de spellen?
Slide 7 - Open vraag
Lees blz. 144 t/m 167
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
2. En wat zijn de verschillen?
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
2. En wat zijn de verschillen?
Slide 8 - Open vraag
Lees blz. 144 t/m 167
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
3. Hoe ervaart Jochem het spel in Amsterdam en hoe in Schotland? (Wat is zijn gevoel hierbij?)
B. Jochems oude vrienden uit Amsterdam en zijn nieuwe uit Schotland spelen allemaal een spel.
3. Hoe ervaart Jochem het spel in Amsterdam en hoe in Schotland? (Wat is zijn gevoel hierbij?)
Slide 9 - Open vraag
Lees blz. 144 t/m 167
Theorie: vertelperspectief
C. Lees nog even blz. 156 door. Vanuit wie wordt het cursieve stuk verteld? En vanuit welk perspectief het standaardverhaal? Waarom heeft de schrijver dat gedaan denk je?
Theorie: vertelperspectief
C. Lees nog even blz. 156 door. Vanuit wie wordt het cursieve stuk verteld? En vanuit welk perspectief het standaardverhaal? Waarom heeft de schrijver dat gedaan denk je?
Slide 10 - Open vraag
Lees blz. 235 t/m 247
A. Hoe reageert Marty op zijn ontmoeting met Jochem?
En wat vindt Jochem hiervan, denk je?
A. Hoe reageert Marty op zijn ontmoeting met Jochem?
En wat vindt Jochem hiervan, denk je?
Slide 11 - Open vraag
Lees blz. 235 t/m 247
B. Marty vertelt uiteindelijk wat er bij hem thuis is gebeurd. (Blz. 257 t/m 260.) Wat voor gevoel geeft dit gedeelte van het verhaal jou?
B. Marty vertelt uiteindelijk wat er bij hem thuis is gebeurd. (Blz. 257 t/m 260.) Wat voor gevoel geeft dit gedeelte van het verhaal jou?
Slide 12 - Open vraag
Lees blz. 235 t/m 247
C. Is jouw mening over Marty door dit verhaal veranderd? Op wat voor manier?
C. Is jouw mening over Marty door dit verhaal veranderd? Op wat voor manier?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
A. Geef per recensie aan met welke kritiekpunten je het eens of juist oneens bent. Geef argumenten bij je mening.
Slide 16 - Open vraag
B. Welk liedje, film, boek of iets anders vind jij goed bij Geest passen? Kies iets wat je bij het hele boek of bij een bepaalde scène vindt passen. Leg je keuze uit en licht toe bij welk deel van het boek het past. Gebruik minimaal 150 woorden.
