Oorlog in Azië en onafhankelijkheid van Indonesië

Oorlog in Indonesië (par 4)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Oorlog in Indonesië (par 4)

Slide 1 - Tekstslide

                                        Inhoud 15 mei

- Hoofdvraag:
Hoe werd Indonesië onafhankelijk? HB blz. 134-138
Lees onderdeel A en B (klassikaal)
- Aan het werk (1 t/m 7)
- Film: Oeroeg (deel)

Slide 2 - Tekstslide

Indonesië

Slide 3 - Woordweb

4.1 Indonesisch nationalisme
Sinds de tijd van de VOC zat Nederland in Indonesië.
Vanaf de 19e eeuw werd een groot deel van Indonesië een kolonie van Nederland.
Het bestuur was in handen van een Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zouden de Indonesische studenten op de afbeelding besproken kunnen hebben?

Slide 6 - Open vraag

4.2 Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog
Eind 1941 valt het Japanse Leger de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor aan.
Op 10 januari 1942 is Nederlands-Indië aan de beurt. 
8 maart 1942 geeft het KNIL zich over en begon de Japanse bezetting.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leerdoel: Hoe werd de Republiek Indonesië onafhankelijk?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe werd Indonesië onafhankelijk? blz. 134-138
Deze vraag maak je in tweetallen en beschrijf je met behulp van vier jaartallen.
Gebruik de jaartallen: 1945, 1947, 1948 en 1949.

Slide 10 - Open vraag

Film: Oeroeg
Johan ten Berghe heeft voor de Tweede Wereldoorlog op een plantage in Nederlands-Indië gewoond.
Na de Tweede Wereldoorlog keert hij terug als officier in het Nederlands leger.
TNI = leger van Indonesië
Pelopper = Indonesische verkenner

Slide 11 - Tekstslide

Lees paragraaf 4 
HB blz.98 t/m 101

Met instructie van mij :-)

Beantwoord de onderzoeksvraag van 4.3
Gebruik de rode begrippen in je antwoord. 

Lees paragraaf 4
 HB  blz. 98 t/m 101
oer
Zelfstandig :-)

Beantwoord de onderzoeksvraag van 4.3
Gebruik de rode begrippen in je antwoord.

Slide 12 - Tekstslide