Assisteren in de gezondheidszorg hoofdstuk 6.

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Assisteren in de zorg.

Veel voorkomende ziekten per leeftijdsfase

Assisteren in de zorg.

Vorige week hoofdstuk 5:

Gegevens verzamelen over de gezondheid.

Wat is een protocol?

Welke praktijkopdracht heb je vorige week gedaan?

Doelen: hoofdstuk 6 

Veel voorkomende ziekten per leeftijdsfase

De leerling kan verschillende kinderziekten benoemen.

De leerling kan veelvoorkomende ziekten bij jongeren noemen.

De leerling kan veelvoorkomende ziekten bij volwassenen en ouderen noemen.

KINDERZIEKTEN

Welke ken jij?

Kinderziekten:

Ziekten bij baby's en jonge kinderen.

Je herkent de ziekten aan de symptomen: wat je ziet.

Opdracht:

Lezen blz. 202.

Maken opdracht 6.01

 (blz. 203). 

Je krijgt hiervoor 10 minuten

Welke kinderziekte is dit?

1. Waterpokken
2. rode hond
3. Mazelen
4. de vijfde ziekte

Welke kinderziekte is dit?

1. waterpokken
2. mazelen
3. rode hond
4. Bof

Wat is geen kinderziekte?

1. Krentenbaard
2. Waterpokken
3. Griep
4. De vijfde ziekte

Bij welke kinderziekte zie je als verschijnsel de frambozentong?

1. mazelen
2. waterpokken
3. roodvonk
4. bij alle drie

Kinkhoest en roodvonk

Inenten:

Ander woord  voor vaccinatie.

Inspuiten van een stof om de ziekte te voorkomen.

Opdracht:

Welke ziekten bij jongeren.

Welke weet jij?

Praktijk opdracht:

Lezen deelopdracht 2 en 3 (blz. 85 t/m 89).

Demonstratie rollenspel

Oefenen deelopdrachten.

Hoe verspreidt de ziekte van Pfeiffer zich vooral?

1. Via aanraking
2. Via bloed
3. Via speeksel
4. Via urine

Wat is een gevolg van reuma?

1. Botbreuken
2. Botontkalking
3. Gewrichtsontstekingen
4. Infecties

Wat is een kenmerk van de ziekte van Parkinson?

1. Trillen
2. Zweten
3. Hoofdpijn
4. Buikpijn

Wat is de oorzaak van COPD?

1. Te veel eten
2. Te weinig bewegen
3. Overgewicht
4. Roken

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:

1. Het spier- en zenuwstelsel beinvloeden
2. Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
3. Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
4. Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Dementie is

1. vaak goed te genezen
2. soms te genezen
3. niet te genezen

Afsluiting:

Wat heb je geleerd vandaag?

Volgende week laatste les 

voor de vakantie.