zelfstandige les zintuigen

herhaling bst 1 en 2
waarneming
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

herhaling bst 1 en 2
waarneming

Slide 1 - Tekstslide

de reukcellen in je neus zijn:
A
mechanische receptoren
B
chemische receptoren
C
pijnreceptoren
D
drukreceptoren

Slide 2 - Quizvraag

Licht is een adequate prikkel voor..
A
de neus
B
de huid
C
het oog
D
het oor

Slide 3 - Quizvraag

geef een voorbeeld van een interne prikkel.

Slide 4 - Open vraag

Een invloed uit de omgeving noemen we een....?
A
Impuls
B
Prikkel
C
Signaal
D
Waarneming

Slide 5 - Quizvraag

Bouw en werking van het netvlies

Slide 6 - Tekstslide

In het oog heb je een gele en een blinde vlek. Waarom kan je op de plaats waar de blinde vlek zit niks zien? Zoek eventueel op in je boek of op internet.

Slide 7 - Open vraag

Welke kleur zie je als alleen de rode en groene kegeltjes geactiveerd worden?
A
rood
B
groen
C
roze
D
geel

Slide 8 - Quizvraag

In de gele vlek zitten:
A
veel staafjes
B
veel kegeltjes
C
even veel staafjes als kegeltjes
D
geen staafjes en kegeltjes

Slide 9 - Quizvraag

verdeling staafjes en kegeltjes, 27A4

Slide 10 - Tekstslide

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 11 - Quizvraag

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 12 - Quizvraag

accomoderen
  • je kunt uitleggen hoe je ogen accomoderen (scherp stellen)


Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat accomoderen is

Slide 14 - Open vraag

Je kijkt naar een auto die steeds dichterbij komt. Wat gebeurt er met de accomodatie spier?
A
deze ontspant en wordt dikker
B
deze spant aan en wordt dikker
C
deze ontspant en wordt langer
D
deze ontspant en wordt dikker

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil?
A
oogreflex
B
pupilreflex
C
accomoderen
D
accomodatiereflex

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Hoe komt het dat sommige dieren beter diepte kunnen zien dan andere dieren? Leg uit met behulp van de bouw.

Slide 19 - Open vraag

Een voorwerp dat links van je staat wordt in de hersenen verwerkt aan de ......kant van het gezichtscentrum
A
linker
B
rechter
C
linker en rechter

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

einde van deze zelfstandige les.

Slide 22 - Tekstslide