In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets
Hoofdstuk 4 Natuurrampen in Japan
§4.1 Japan: land in de Ring van Vuur
§4.2 De grote Oost-Japanse ramp
1 havo/vwo
Slide 1 - Tekstslide
Oefentoets
Dit is een oefentoets met alleen meerkeuzevragen. Het kan dus zijn dat je deze oefentoets makkelijker ervaart dan de 'echte' toets. Zorg dat je altijd goed voorbereid bent op de toets ongeacht het cijfer voor deze oefentoets.
Succes!
Slide 2 - Tekstslide
Het landschap van Japan heeft veel reliëf.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen natuurramp die in Japan kan voorkomen?
A
Aardbeving
B
Vulkaanuitbarsting
C
Tsunami
D
Hongersnood
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je niet op de afbeelding?
A
Schollen
B
Vulkanen
C
Ring of fire
D
Breuklijnen
Slide 5 - Quizvraag
Welke van deze twee soorten aardplaten is het zwaarst?
A
Oceanische plaat
B
Continentale plaat
Slide 6 - Quizvraag
Gesmolten gesteente onder de aardkorst noem je:
A
Lava
B
Magma
Slide 7 - Quizvraag
Bewegend gesteente in de aardkorst noemen we:
A
Lava
B
De buitenkern
C
Breuken
D
Convectiestromen
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 9 - Quizvraag
Een diepe kloof onder in de zee, noemen we:
A
subductie
B
engogene krachten
C
een trog
D
een zeebeving
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 12 - Quizvraag
Welke beweging van aardplaten vinden we op plekken waar subductie is?
A
Transforme beweging
B
Divergente beweging
C
Convergente beweging
Slide 13 - Quizvraag
Bij welk cijfer is het gesteente het langst geleden ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Een tsunami kan voorkomen worden door het plaatsen van een waarschuwingssysteem.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een aardbeving die een tsunami veroorzaakt heeft altijd een hypocentrum dat in zee ligt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Een aardbeving begint ergens diep in de aardkorst. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven heet het epicentrum
A
Juis
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
De kracht van een aardbeving meet je met:
A
de schaal van beaufort
B
een weegschaal
C
een fruitschaal
D
de schaal van richter
Slide 18 - Quizvraag
Als je op de schaal van richter van 1 naar 2 gaat is de aardbeving:
A
1x zo sterk
B
10x zo sterk
C
100x zo sterk
D
1000x zo sterk
Slide 19 - Quizvraag
Wetenschappers die aardbevingen bestuderen heten:
A
Geologen
B
Geografen
C
Seismologen
D
Tsunamilogen
Slide 20 - Quizvraag
Aardbevingen lichter dan 2 op de schaal van richter.
A
Kun je goed voelen
B
kun je niet voelen
C
zijn alles verwoestend
D
komen altijd na een zware aardbeving
Slide 21 - Quizvraag
In Nederland komen aardbevingen voor, maar deze zijn meestal niet zo zwaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Bekijk de kaart. Welke 2 werelddelen liggen op de Euraziatische plaat?
A
Afrika - Amerika
B
Amerika - Europa
C
Europa - Azië
D
Amerika - Azië
Slide 23 - Quizvraag
Japan ligt op het grensgebied van drie platen: de Euraziatische plaat, de Pacifische plaat en de Filipijnse plaat.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Beoordeel de stellingen. I Tsunami’s ontstaan in gebieden waar aardbevingen voorkomen. II Tsunami’s ontstaan in gebieden met vulkanen.
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Wat gebeurt er met een tsunami in de ondiepe kust?
A
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt af
B
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt toe
C
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt af
D
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt toe
Slide 26 - Quizvraag
Een vulkaanuitbarsting is makkelijker / moeilijker te voorspellen dan een aardbeving.