SO H3 Klimaten §1-2-3 T

SO H3 Klimaten §1 t/m 4 HV
• Dit SO bestaat uit 11 vragen hierbij kun je totaal 19 punten scoren.

• Met de reflectie kun je 1 bonuspunt kunt verdienen.

• De vragen beantwoord je online.

• Geef bij open vragen altijd antwoord in goede, volledige zinnen.

• Bekijk de afbeeldingen nauwkeurig voordat je antwoord geeft. Je kunt op de afbeelding klikken om deze te vergroten.

• Lees een vraag heel nauwkeurig. 
Ook als je na de eerste keer lezen de vraag niet begrijpt, lees je die vraag nog eens goed door.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SO H3 Klimaten §1 t/m 4 HV
• Dit SO bestaat uit 11 vragen hierbij kun je totaal 19 punten scoren.

• Met de reflectie kun je 1 bonuspunt kunt verdienen.

• De vragen beantwoord je online.

• Geef bij open vragen altijd antwoord in goede, volledige zinnen.

• Bekijk de afbeeldingen nauwkeurig voordat je antwoord geeft. Je kunt op de afbeelding klikken om deze te vergroten.

• Lees een vraag heel nauwkeurig. 
Ook als je na de eerste keer lezen de vraag niet begrijpt, lees je die vraag nog eens goed door.

Slide 1 - Tekstslide

SO H3 Klimaten §1 t/m 4 HV
• Als je een vraag niet begrijpt of je het antwoord niet weet, sla deze vraag dan over. 
Kom er later op terug.

• Als je een vraag hebt ingevuld klik je op 'bewaren'.

Check aan het eind van de toets of je alles goed hebt ingevuld.

In deze toets zijn drie soorten vragen verwerkt. Namelijk:
- Kennis
- Toepassing
- Inzicht
Bij elke vraag staat (K), (T) of (I). Afhankelijk van de soort vraag. 

Slide 2 - Tekstslide

SO H3 Klimaten §1 t/m 4 HV
Als je bij een antwoord een cijfer in moet vullen, vul dan alleen het cijfer in. 
- Dus niet 'nummer' of 'nr' ervoor
OF
- twee, drie, vier etc.

Maar:
1 of 2 of 3, etc.

Veel plezier en succes!




Slide 3 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord bij het volgende begrip:
"Het klimaat is ..."
A
het weer zoals dat elke dag voorkomt, wat betreft temperatuur, neerslag en wind.
B
het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.
C
de gemiddelde toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaalde tijd.
D
de gemiddelde temperatuur over een langere tijd.

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Er staan vijf klimaten. Daaronder staan acht kenmerken.
Combineer het juiste klimaat (nummer) met het juiste kenmerk (letter)

Let op: je houdt letters over!

Slide 5 - Open vraag

Je zou denken: hoe hoger op een berg, hoe dichter bij de zon, dus hoe warmer het is. Maar dit is niet zo. Leg duidelijk uit waarom dit niet zo is en gebruik in je uitleg de volgende twee begrippen: atmosfeer – aardoppervlak

Slide 6 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.

Wat voor klimaat heeft het grootste deel van Frankrijk?

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.

Wat zijn de kenmerken van het klimaat rond Madrid; schrijf iets op over temperatuur, neerslag en vegetatie.

Slide 8 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.

Welke klimaatgrafiek past bij het poolklimaat?

Slide 9 - Open vraag

Bij de vorige vraag moest je een van de vier klimaatgrafieken kiezen. Leg nu duidelijk uit waarom je die grafiek hebt gekozen.

Slide 10 - Open vraag

Bekijk de afbeelding en let goed op de zonnestralen.

In Nederland is het in de afbeelding
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 11 - Quizvraag

Bij de vorige vraag heb je aangegeven welk seizoen het in Nederland is. Leg uit waarom het op dat moment dat seizoen is.

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de afbeelding.

Jan staat op 1.000 meter hoogte. Het is hier 15 °C. Jan gaat 3 uur wandelen en komt dan op 2.500 meter hoogte. Wat is de temperatuur op 2.500 meter hoogte?
A
24 °C
B
9 °C
C
6 °C
D
21 °C

Slide 13 - Quizvraag

Er zijn verschillende soorten neerslag. Onder andere stuwingsneerslag.
Leg in je eigen woorden uit wat stuwingsneerslag is.

Slide 14 - Open vraag

Reflectie/Evaluatie
Wat vond je van de toets?
A
Gemakkelijk te maken.
B
Een beetje gemakkelijk te maken.
C
Moeilijk te maken

Slide 15 - Quizvraag

Reflectie/Evaluatie

Verwachtte je de toets zoals je die nu hebt gehad?

Slide 16 - Open vraag

Reflectie/Evaluatie

Herkende je de stof?

Slide 17 - Open vraag

Reflectie/Evaluatie

Beschrijf hoe je de lessen aardrijkskunde vond gaan tijdens de lessen over deze paragrafen.
Geef daarbij aan wat je goed vond en wat beter kan.

Slide 18 - Open vraag

Reflectie/Evaluatie

Ik heb ...
A
Goed geleerd en voorbereid
B
Ik heb er een beetje voor geleerd.
C
Ik heb er niets voor gedaan.

Slide 19 - Quizvraag

Reflectie/Evaluatie

Beschrijf hoe je hebt geleerd voor deze toets.

Slide 20 - Open vraag

Reflectie/Evaluatie

Ik heb een ...
A
Ruim voldoende (7-10)
B
Ik heb een Voldoende (5,5 - 6,9)
C
Onvoldoende (lager dan een 5,5)

Slide 21 - Quizvraag